§ 3.1 Marktevenwicht

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

§ 3.1 Prijsvorming

Hoe komt de prijs op de markt tot stand?

Kernwoorden:

- evenwichtsprijs

- evenwichtshoeveelheid

- marktevenwicht

Marktevenwicht

De exogene prijs wordt bepaald op de markt. 

De markt bestaat uit vraag en aanbod.

We spreken van marktevenwicht wanneer 

de prijs ervoor zorgt dat vraag gelijk is aan 

aanbod, dus waar qa = qv. 

Dit gebeurt d.m.v. het marktmechanisme, of de onzichtbare hand.

Voorbeeld

qv = -100p + 600

qa = 50p – 150

qv: qv = 0 ...............................................................

p = 0 qv = ...............................................................

qa: qa = 0 ..............................................................

p = 10 qa = ............................................................

qa = qv

...........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Voorbeeld

qv = -100p + 600

qa = 50p – 150

qv: qv = 0 0 = -100p + 600 100p = 600 p = 6 

p = 0 qv = -100 x 0 + 600 = 600

qa: qa = 0 0 = 50p – 150 50p = 150    p = 3 

p = 10 qa = 50 x 10 – 150 = 350

qa = qv

50p – 150 = -100p + 600 50p = 750 p = 5

qa = 50 x 5 – 150 = 100 qv = - 100 x 5 + 600 = 100

Oefensom

Op een markt met volkomen concurrentie geldt het volgende marktmodel:

qv = -p + 500

qa = 2p – 250

a) Bereken de evenwichtsprijs en 

evenwichtshoeveelheid.

b) Teken vraag- en aanbodlijn in één grafiek.

qv = qa -p + 500 = 2p – 250 3p = 750 p = 750 / 3 = 250

qv = -250 + 500 = 250

qa = 2 x 250 – 250 = 250

Doelmatigheid: totale surplus

Het totale surplus dat op een markt tot stand komt, is een maatstaf voor de economische doelmatigheid van een markt. 

Je berekent het totale surplus door het consumentensurplus en het producentensurplus bij elkaar op te tellen.