PS 1.1

Maatschappijkunde
1.1 Cultuur en identiteit
dakar@lmc-vo.nl
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde
1.1 Cultuur en identiteit
dakar@lmc-vo.nl

Slide 1 - Tekstslide

Programma


  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet ik ....
  • Wat pluriforme samenleving inhoud
  • Wat cultuur betekent 
  • Welke vormen van subculturen bestaan

Slide 4 - Tekstslide

Pluriforme samenleving
Nederland een is pluriforme samenleving: een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.


Pluriform betekent ‘met veel verschillende vormen’.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Cultuur
Nederland heeft zijn eigen cultuur ontwikkeld.
Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken van een groep.
  • Hoe ga je met elkaar en elkaars tradities om?
  • Hoe denken anderen over wat is goed en fout?
  • Normen en waarden !!


Dominante cultuur: de cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving.


Subcultuur: een groep mensen met waarden, normen en cultuurkenmerken die gedeeltelijk afwijken van de dominante cultuur.

Slide 7 - Tekstslide

Socialisatie: Dat is de manier waarop je de cultuurkenmerken van je samenleving of groep leert.
            Dit gebeurt thuis maar ook op andere plaatsen waar socialisatie plaats vindt.
School en werk: je leert over samenwerken op tijd komen
Vriendenkring: je neemt gedrag en meningen over
Media: tv, krant en radio helpen om jou mening te vormen.

Samenvattend: socialiserende instituties

Slide 8 - Tekstslide

Cultuurverschil

• Stad en platteland:
Stad = druk = minder sociale controle


• Inkomen en positie in de maatschappij:
Rijke mensen hebben een andere levensstijl dan armere mensen


• Land van herkomst van jou en je (voor)ouders:
Andere culturele kenmerken, normen en waarden.
Nederlands met een migratie-achtergrond (allochtoon) en Nederlanders zonder een migratie-achtergrond (autochtoon)


• Leeftijd:
Verschil van leeftijd tussen jou en je (voor)ouders. Dit kun je merken aan: kleding, muzieksmaak enz.

Mannen en vrouwen: 
verschil in kleding, omgang maar ook in rolpatronen: ongeschreven regels over hoe je je moet gedragen.

• Godsdienst:
Moslims, christenen of hindoes hebben andere rituelen. Veelal strengere opvattingen over hoe je moet leven.

Slide 9 - Tekstslide



Wat: Opdrachten 10 en 12
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 10 minuten
Klaar: met je buurman/vrouw de opdrachten bespreken
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Woordweb