V5 H15 waarnemen (VIEM 2024-2025)

V5 H15 Waarnemen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

V5 H15 Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

15.1 evenwicht en zintuigcellen - leerdoelen
1. Je beschrijft de bouw en werking van het evenwichtszintuig.
2. Je beschrijft de reactie van de verschillende typen zintuigcellen op adequate prikkels.
3. Je legt het effect uit van langdurige en van herhaalde prikkels op zintuigcellen en hersenen.

Slide 2 - Tekstslide

De achtbaan en je evenwicht zintuig 
(draaien met versnelling en vertraging)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe komt het dat je duizelig wordt als je uit de zweefmolen stapt?

Slide 4 - Tekstslide

Casus (i.p.v. uitleg)
Hoe komt het dat je draaierig wordt van alcohol?

Slide 5 - Tekstslide

Evenwichtszintuig

Bevindt zich in het binnenoor.
Registreert de stand van je
hoofd én beweging van je
hoofd.

In Engels: vestibular system

Slide 6 - Tekstslide

Evenwichtszintuig - vestibulum
Het vestibulum (centraal deel) bevat:
- Endolymfe (vloeistof)
- twee maculae 

Maculae registreren rechtlijnige bewegingen
(ja-knikken), vertragen en versnellen
(voortwaarts/ achterwaarts)
en naar boven/ beneden)

Slide 7 - Tekstslide

Macula
Heeft geleilaag met kalksteentjes.
Deze laag en steentjes reageren
op beweging (als gevolg 
van zwaartekracht of versnelling).

Zintuigharen (ciliën) op de
zintuigcellen registreren deze
verandering

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Halfcirkelvormige kanalen
De kanalen bevatten:
- Endolymfe (vloeistof)
- Elke basis een knobbel met een
cupula (2)  -> 'geleiachtige' massa.

Deze registreren bewegingen en
versnellingen in de X, Y en Z-richting. 
Stand hoofd en welke kant je opdraait.

Slide 10 - Tekstslide

Cupula
Cupula klappen om als de
endolymfe gaat stromen
(klapdeur)  

Altijd in tegengestelde
richting van de beweging


Slide 11 - Tekstslide

Cupulae 

Zijn vooral gevoelig voor veranderingen
in snelheid. Niet voor een constante
snelheid.

Slide 12 - Tekstslide

4. Wagenziekte ontstaat in de hersenen door een conflict tussen informatie uit de ogen ( je directe omgeving lijkt stil te staan) en informatie van de evenwichtszintuigen, je spieren en de huid (optrekken, afremmen, bochten). Licht toe met welk deel van je evenwichtszintuigen je het optrekken, het afremmen en de bochten registreert.
Bedenk of het gaat om rechtlijnige of om draaibewegingen.
Bedenk welke informatie de ogen moeten krijgen om wagenziekte te voorkomen.

Slide 13 - Open vraag

Cupulae en de zweefmolen
Als je een tijdje ronddraait op dezelfde snel-
heid registreren je cupulae dit niet (meer).
De vloeistof in de kanalen draait dan op
dezelfde snelheid als het lichaam.
Staat je lichaam daarna stil dan slaan de 
cupula wél weer uit, de vloeistof blijft nog
even draaien: duizelig.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

antwoord casus
Hoe komt het dat je draaierig wordt van alcohol?

Slide 18 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 1 (al na 10 minuten)
Alcohol komt via het bloed in de
cupula. Deze wordt dan lichter dan water. 
De cupula in het verticale kanaal gaat
zweven. Hierdoor voel je een draaisensatie!

Slide 19 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 2 (na 6 uur):
Alcohol zit nu óók in de endolymfe.
De cupula heeft dan weer dezelfde dicht-
heid en zweeft niet.

Slide 20 - Tekstslide

Cupulae en alcohol
Stap 3 (later):
Alcohol is uit de cupula maar nog niet 
uit de endolymfe. De cupula zakt dan juist
in de endolymfe. --> Draaisensatie.
Wat helpt? Nieuwe alcohol.

Slide 21 - Tekstslide

15.1 evenwicht en zintuigcellen 

2. Je beschrijft de reactie van de verschillende typen zintuigcellen op adequate prikkels.

Slide 22 - Tekstslide

reactie zintuigcel op adequate prikkel

Slide 23 - Tekstslide

reactie op prikkel
Adequate prikkel veroorzaakt opening ion-poort (Ca2+).
Dit veroorzaakt afgifte exiterende neurotransmitter in synaps met sensorische neuron.
Hoeveelheid neurotransmitter bepaalt de impulsfrequentie in neuron.

Slide 24 - Tekstslide

pijnreceptor
  • Is een geen zintuigcel maar een uiteinde van een neuron (pijnzenuw).
  • Hoge prikkeldrempel voor schadelijke prikkels (te hoge temperatuur/ druk, hoge concentratie bepaalde chemicaliën).
  • Verbonden met pijncentra. 

Slide 25 - Tekstslide

7. In leidingwater zit een beetje zout. Je drinkt water en in je zoutsmaakzintuigcellen in je tong is een verandering meetbaar. Toch proef je geen zout. Waardoor komt dit?
A
zout is niet de adequate prikkel
B
er is geen signaalcascade opgetreden
C
de zintuigcel is geen chemoreceptor
D
de prikkeldrempel is niet bereikt

Slide 26 - Quizvraag

15.1 evenwicht en zintuigcellen 

3. Je legt het effect uit van langdurige en van herhaalde prikkels op zintuigcellen en hersenen.

Slide 27 - Tekstslide

casus smaakzintuigcellen

  • In een drie of viertal.
  • Zonder internet of online boek.
  • Met papieren boek en binas.
  • 10 minuten
  • Inleveren op papier, einde les
  • Opdracht 13 van 15.1

Slide 28 - Tekstslide