3.1 Leven op het platteland

3.1 Leven op het platteland
Tijd van monniken en ridders
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Leven op het platteland
Tijd van monniken en ridders

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...

  • Kun je uitleggen dat er nieuwe koninkrijken ontstonden toen het Romeinse Rijk uiteenviel.
  • Kun je uitleggen waarom mensen rond 500 op een domein gingen wonen.

Slide 2 - Tekstslide

De Middeleeuwen?

Slide 3 - Tekstslide

Welke van de volgende periodes past bij de Middeleeuwen?
A
1000-1945
B
1000-1500
C
500-1500
D
500-1000

Slide 4 - Quizvraag

Het einde van het Romeinse Rijk:
Rechts zien we het Romeinse Rijk op zijn hoogtepunt. 

Na het Romeinse rijk komt de Middeleeuwen. Middeleeuwen: de eeuwen tussen de Oudheid en de Renaissance.
Noteer de dikgedrukte zin!

Slide 5 - Tekstslide

Drie redenen waarom het Romeinse Rijk valt:
1. Leger was te klein om de lange grenzen te bewaken.
 
2. Strijd om wie de keizer mocht zijn --> vaak een machtstrijd en ruzie --> geen goed bestuur.

Slide 6 - Tekstslide

Drie redenen waarom het Romeinse Rijk valt:
3. Hoge belastingen --> minder boerderijen --> minder voedsel --> minder belasting ophalen. 
--> minder inkomsten voor de keizer --> minder soldaten om het rijk te verdedigen.

Slide 7 - Tekstslide

Opsplitsen! (395)

Slide 8 - Tekstslide

Het einde (2)
  • Oost-Romeinse Rijk: blijft bestaan tot 1453!
  • West-Romeinse Rijk valt door de Volksverhuizing: Germaanse volkeren trekken het West-Romeinse Rijk binnen.
  • In 476 werd de laatste Romeinse keizer afgezet. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een Volksverhuizing?

Slide 11 - Open vraag

Noem de drie redenen waarom het Romeinse Rijk valt.

Slide 12 - Open vraag

Middeleeuwen
  •  De Germanen stichten in West-Europa nieuwe koninkrijken.
  • Er gaat een nieuwe periode in: de middeleeuwen (500 tot 1500).

Slide 13 - Tekstslide

Chaos
  • Door Volksverhuizingen: oorlog, plunderingen en berovingen.
  • Door vertrek Romeinen werden de wegen slecht onderhouden. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke nadelen zitten er vast aan de slecht onderhouden wegen?

Slide 15 - Open vraag

Waarom trekken mensen naar het platteland en domeinen?
  • Bijna geen wegen meer. En dus was er geen handel meer. Muntgeld werd niet meer gebruikt.
  • Er was bijna geen voedsel in de steden.
  • Mensen trekken naar het platteland..

Slide 16 - Tekstslide

Domein
  • Op het platteland: mensen zoeken bescherming bij een machtige boer. Deze machtige boer heeft: versterkte boerderij en gewapende knechten. 

  • In ruil voor bescherming: grond afstaan aan de machtige boer.
  • Veel kleine boeren werden zo horigen. Horigen: boeren zonder eigen grond.
  • Boeren kregen veel grond in bezit --> zo worden ze heer van een domein.

Slide 17 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 18 - Tekstslide

Lezen:  3.1 Leven op het platteland

Kopje Veilig op een domein: Pagina 131 + 132.

Erna: maken opdracht 5 en 6 op pagina 132.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

  De drie delen van het domein:
  • Woeste gronden (bossen/rivieren) --> leveren hout en vis.
  • Land gebruikt door heer --> Boerderij + opbrengsten voor de heer = vroonland of saalland
  • Woon en werkplaats horigen: Boer die geen eigen grond had = hoevenland

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Afspraken tussen heer en horigen
  • Horigen bewerken stukje land van de heer, leven van de opbrengsten... maar: 
  • Deel van de oogst afstaan aan heer --> pacht  --> graan, eieren, boter
  • Herendiensten verrichten: Werkzaamheden die horigen voor de heer moesten doen.
  • Domein niet verlaten zonder toestemming heer
  • Horigen waren dus niet vrij, maar werden wel beschermd 

Slide 23 - Tekstslide

Dit noemen we
Het hofstelsel:

Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde. Hij deed dit in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Er waren ook vrije boeren
  • Vrije boeren woonde niet op het land van een heer
  • Ze werden dus ook niet beschermd door een heer
  • In tijden van oorlog moesten ze mee vechten in leger koning en wapens zelf betalen.

  • Voordelen: geen herendiensten, geen pacht.

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk: 
Maken Opdracht 7 t/m 10 van pagina 134 t/m 136.
Ga nu al aan de slag. 

Slide 27 - Tekstslide

Leg uit welke ruil er op het domein plaats vindt tussen een boer en een heer.

Slide 28 - Open vraag

Noem een voordeel van een vrije boer zijn.

Slide 29 - Open vraag

Noem een nadeel van een vrije boer zijn.

Slide 30 - Open vraag