3.2 opdrachten

Vraag
welke fysische-geografische verkalring kun je geven voor de bijzondere spreiding in Egypte
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vraag
welke fysische-geografische verkalring kun je geven voor de bijzondere spreiding in Egypte

Slide 1 - Tekstslide

antwoord

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Vraag
welke fysische verklaring kun je geven voor de betrekkelijk hoge bevolkingsdichtheid in Noord-Tsjechie en de regio Ostrava?

Slide 4 - Tekstslide

welke fysische verklaring kun je geven voor de betrekkelijk hoge bevolkingsdichtheid in Noord-Tsjechie en Ostrava?

Slide 5 - Open vraag

Vraag
Wat laat een leeftijdsdiagram zien

Slide 6 - Tekstslide

Vraag
welke verschillen zijn er?

Slide 7 - Tekstslide

verschillen

Slide 8 - Woordweb

in welke van deze landen is de demografische druk het grootst
A
Egypte
B
Tsjechie

Slide 9 - Quizvraag

In beide landen is sprake van een demografische tijdbom. Wat is dat?

Slide 10 - Open vraag

Antwoord
In Egypte komen er binnenkort heel veel mensen op de arbeidsmarkt. Als voor die mensen straks geen werk en inkomen is, zullen er veel spanningen ontstaan.   In Tsjechië zijn de komende jaren steeds meer mensen bejaard, zonder dat daar veel jonge mensen tegenover staan. Het land krijgt te maken met problemen van vergrijzing en een tekort aan arbeidskrachten.  

Slide 11 - Tekstslide

Vraag
Dankzij betere hygiene en medische zorg is het kindersterftecijfer in Egypte de laatste 20 jaar afgenomen. Wat wijst er in het leeftijdsdiagram op dat de bevolkingsgroei in het land zal afnemen?

Slide 12 - Tekstslide

welke van onderstaande indicatoren zijn demografische indicatoren?
A
geboortecijfer
B
levensverwachting
C
zuigelingensterfte
D
godsdienst

Slide 13 - Quizvraag

Sterftecijfer is geen goede indicator. Waarom kun je beter het zuigelingensterftecijfer gebruiken?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
Een hoog sterftecijfer kan ook een gevolg zijn van een sterk vergrijsde bevolking. Vergrijzing en hoge ontwikkeling horen bij elkaar. Het cijfer van de zuigelingensterfte schakelt de leeftijdsinvloed uit.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het migratiesaldo wel een goede indicator

Slide 16 - Open vraag

Antwoord
Een land met een negatief saldo heeft sterke pushfactoren, zoals armoede, werkloosheid en onderdrukking (zonder dat hier veel pullfactoren tegenover staan).

Slide 17 - Tekstslide

welke conclusie trek je op basis van de demografische landenvergelijking?
A
Egypte doet het veel beter
B
Tsjechië doet het veel beter
C
beide landen doen het even goed/slecht
D
ik kan deze vraag niet beantwoorden

Slide 18 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitiemodel bevindt Egypte zich?
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 19 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitiemodel bevindt Tsjechie zich?
A
fase 5
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

in welke leeftijdsgroep zie je de naoorlogse babyboom terug?
A
35-50
B
60-64
C
20-30
D
0-10

Slide 22 - Quizvraag

Na WOII daalde het geboortecijfer. Welke factor in de leeftijdsopbouw is steeds belangrijker geworden?

Slide 23 - Open vraag

Vraag
Verklaar de uitstulping 80+ in het leeftijdsdiagram

Slide 24 - Tekstslide

Vraag
Uit welke groep landen komen de meeste immigrante naar Tsjechie? Waarom?

Slide 25 - Tekstslide

groep landen
A
Noord-Europa
B
Zuid-Europa
C
West-Europa
D
Oost-Europa

Slide 26 - Quizvraag

omdat
A
zelfde taal
B
zelfde cultuur
C
zelfde regering
D
dichtbij

Slide 27 - Quizvraag

Vraag
Geef een verklaring voor de grote buitenlandse migratie tussen Slowakije en Tsjechie

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord

Slide 29 - Open vraag

Vraag
Bij welke staat hoord Tsjechie in 1877?

Slide 30 - Tekstslide

Vraag
Wanneer werd Tsjechie lid?

Slide 31 - Tekstslide

Welke effect had de toetreding van Tsjechië tot de EU op de werkgelegenheid in Tsjechië?

Slide 32 - Open vraag

Er is een verband tussen analfabetisme en het aandeel van de beroepsbevolking in de landbouw:

Slide 33 - Open vraag

Antwoord
Hoe meer mensen naar verhouding in de landbouw werken, des te hoger het percentage analfabeten is in een land.

Slide 34 - Tekstslide

boer: lezen/schrijven?

Slide 35 - Woordweb

Welke vijf demografische indicatoren kun je gebruiken als je landen vergelijkt?

Slide 36 - Open vraag

antwoord
Vijf indicatoren gevraagd:  
1 de bevolkingsgroei  
2 de leeftijdsopbouw  
3 de demografische druk (met groene en grijze druk)  
4 de fase in het demografische overgangsmodel  
5 het negatieve migratiesaldo      

Slide 37 - Tekstslide