Vertaalstrategie PV-O-LV na les 6

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vertaalstrategie

Bij het vertalen ga je altijd eerst op zoek naar de kern van de zin

uit welke 3 onderdelen bestaat de kern van de zin?

Je moet de rijtjes van de werkwoorden en de naamwoorden echt goed kennen, zodat je hun uitgangen in een zin herkent.

Dat is de enige manier om een zin goed te kunnen benoemen en vertalen.

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van woorden uit groep 1

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van mannelijke woorden uit groep 2

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van onzijdige woorden uit groep 2

Als je de kern van de zin vertaalt dan moet je altijd goed opletten in welke tijd de PV staat

Welke tijd heeft fuistis

Welke tijd heeft eramus

Welke tijd heeft errat

wat betekent '+ dat' achter een woord?

Verplichte aanvulling

Bij sommige woorden volgt altijd een woord in een bepaalde naamval. Zorg dat je de woorden waarbij dat het geval is kent!

Bij woorden met een verplichte aanvulling kan het LV bv in een dativus staan

appropinquat regiae: hij nadert het paleis

Genitivus= Bijvoeglijke bepaling (van/ met)

Als je de kern van de zin vertaald hebt, kijk je of je woorden vindt in de genitivus. 

Die geven aan van wie of wat iets is  (vertaal je als van)óf

van wie of wat het een eigenschap is (vertaal je als met)óf 

ze zijn een verplichte aanvulling

Vertaal: gladius pueri

Vertaal: mensas auri

Vertaal: cupidus cibi

Vertaal: dona servorum

Dativus (aan/voor/tegen)

Ook zoek je woorden in de Dativus. 

Die kunnen aangeven 

wie of wat meewerkend voorwerp is óf wie of wat de belanghebbende persoon is óf 

ze zijn een verplichte aanvulling óf

ze geven bezit aan

Vertaal: placet filio

Vertaal: rex servo donum dat

Vertaal: servo donum est

Vertaal: Pater puero dicit: Veni!

Ablativus (bijwoordelijke bepaling (met, door, in, op))

Kijk vervolgens of er woorden in de ablativus staan.

Die geven aan 

hoe (vertaal je als met) óf

waarom (vertaal je als door) óf ......

Ablativus (bijwoordelijke bepaling (met, door, in, op))

waar (vertaal je als 'in', 'op') 

de handeling van het werkwoord gebeurt óf

deze woorden zijn een verplichte aanvulling

Manlius Maecium gladio interfecit

In hac regia non habitant

armis pugnare liberi non poterant

captivum Romanis liberat

Ablativus

Let op!! Na de volgende voorzetsels is de ablativus ALTIJD een verplichte aanvulling

PRO,CUM,SINE,A(B), E(X), DE

Je kunt ze maar beter uit je hoofd leren;)

met welke naamval gaat 'pro'

met welke naamval gaat 'per'

met welke naamval gaat 'sine'

met welke naamval gaat 'cum'

In

Als 'in' met de Accusativus gaat dan betekent het 'naar'

Als 'in' met de Ablativus gaat dan betekent het 'in' of 'op'

Cibum in mensam ponit

servus in regia currit