Anatomie en Fysiologie van urinestelsel en nieren

LES 1 Nieren en urinewegen
Marion korten
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

LES 1 Nieren en urinewegen
Marion korten

Slide 1 - Tekstslide

Anatomy & Fysiologie van de nieren en
het urinestelsel
  • Intro en lesdoelen 
  • Voorkennis ophalen 
  • Video reis door de nierfunctie
  • Anatomie & fysiologie van de nieren
  • Video functies van de nieren
  • Filtratie, terugresorptie en excretie
  • Bijnier & hormonen
  • Urinestelsel

Slide 2 - Tekstslide

LE2 week 3: Anatomie en fysiologie van het urinestelsel
                       De werking van het plasmechanisme

Lesdoelen
  1.  Aan het einde van de les kun je de belangrijkste functies van de nieren benoemen 
  2. Aan het einde van de les kun je de werking van het plasmechanisme benoemen 

Slide 3 - Tekstslide

Nieren

Slide 4 - Woordweb

Urinewegen

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Ligging van de nieren



Nieren liggen in de lendestreek aan weerszijden van de wervelkolom achterin de buikholte.




Slide 9 - Tekstslide

Ligging van de nieren

  • Worden door hun ligging beschermd door de borstkas
  • De linkernier ligt iets hoger
  • De holte (nierpoort of hilus) vormt het centrum waar: bloedvaten, zenuwtakken en lymfevaten de nier ingaan en uitgaan en waar de urineleider begint
  • Op elke nier ligt een bijnier (glandula suprarenalis). De bijnieren zijn hormoonklieren.
  • Bijnier en nier zijn omgeven door steunvet (perirenaal vet). Rondom het steunvet ligt een stevige bindweefselmantel, de fascia renalis.
  • Het steunvet en de bindweefselmantel houden de nieren op hun plaats en beschermen de nieren tegen schokken en stoten van buitenaf.


Slide 10 - Tekstslide

2 functies van de nieren
  1. Urinevorming 
    -> Afvoer van afvalstoffen 
    -> Afvoer overtollig water 

  2. Homeostase (hormonen en mineralen regeling)
    -> Regeling bloeddruk (Renine) 
    -> PH (zuur/base verhouding in het lichaam)
    -> Osmotische waarde (water <-> deeltjesverhouding)

Slide 11 - Tekstslide

Bouw van de nieren
Iedere nier bestaat van buiten naar binnen uit de volgende onderdelen:
1. Nierschors
2. Niermerg
3. Nierbekken

Slide 12 - Tekstslide

Bouw van de nier
  • Nierkapsel is een dun, stevig bindweefselkapsel.
  • Nierschors (cortex renalis) is het gespikkelde weefsel,direct onder het nierkapsel. 
  • Tussen en binnen de nierschors ligt het niermerg (medulla renalis). Dit zijn stompe kegels ofwel mergpiramiden.
  • De top van de mergpiramide wordt de nierpapil genoemd. Bij zo’n nierpapil monden drie tot zes mergpiramiden uit in een holte. Dat is de nierkelk (calix). De nierkelken monden op hun beurt uit in een grote centrale holte in de nier, het nierbekken (pyelum of pelvis). Het nierbekken gaat ter hoogte van de nierpoort over in de urineleider (ureter). 
  • Nierkelken, nierbekken en urineleider maken deel uit van de urinewegen.


Slide 13 - Tekstslide

Nefronen bevinden zich in het Niermerg

Slide 14 - Tekstslide

Iedere nier is opgebouwd uit ongeveer 
1 miljoen nefronen. 
 
Een nefron bestaat  
  • Kapsel van Bowman 
  • Glomerulus 
  • Tubulus

Slide 15 - Tekstslide

NEFRON

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

3 Processen in de nefron
  1. Filtratie
  2. Terugresorptie
  3. Excretie
xx

Slide 19 - Tekstslide

Filtratie & Terugresorptie
Van de voorurine wordt geleidelijk de uiteindelijke urine gemaakt
  • Bloedplasma wordt door de glomerulus geperst naar het kapsel van    Bowman -> voorurine

  • Vervolgens gaat de voorurine door de lis van Henle 
-> TERUGRESORPTIE: Glucose, Zouten en Water worden vanuit het nefron teruggebracht naar het bloed
  • Ten slotte gaat de urine naar de verzamelbuis

 

Slide 20 - Tekstslide

Excretie
  • Uitscheiding van afvalstoffen naar voorurine
  • K+, H+, Na+, ureum en creatinine

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de functie van de nieren?

Slide 22 - Open vraag

Van buiten naar binnen bestaat de nier uit....
A
Nierschors, niermerg, nierbekken
B
Niermerg, nierbekken, nierschors
C
Nierbekken, niermerg, nierschors
D
Nierschors, nierbekken, niermerg

Slide 23 - Quizvraag

Uit welke 3 onderdelen bestaat een nefron?

Slide 24 - Open vraag

Bijnieren

Worden aangestuurd door de hypofyse

Functies: 

Productie Aldosteron

* Helpt bij de terugresorptie van natrium

Productie Adrenaline 

* Regelt de bloeddruk (hartslag en RR)




Slide 25 - Tekstslide

Aldosteron
Wordt geproduceerd in de bijnierschors en heeft verschillende effecten in het menselijk lichaam:
1. In de nieren zorgt het ervoor dat natrium wordt vastgehouden in het lichaam. Natrium wordt niet uitgescheiden in de urine maar blijft  in het bloed. Natrium trekt watermoleculen aan, dit leidt tot een toename van de hoeveelheid vocht in het lichaam. Dit is van belang voor het in stand houden van de bloeddruk.
2. In de nieren wordt de uitscheiding van kalium in de urine bevorderd.
3. Effect op de vorming van bindweefsel, onder andere in het hart en de bloedvaten.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Hormonenproductie nieren
  • Lage RR -> Renine 
-> verhoogt RR & terugresorptie natrium
  • Erythropoetine (EPO) 
-> aanmaak rode bloedcellen
  • Vit D3 omzetten naar actief vit. D 
-> Calciumopname botten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Antidiuretisch hormoon

  • Gemaakt door hypofyse
  • Terugresorptie van water
  • Heb je te weinig van dit hormoon dan zal er teveel urineproductie (polyurie) plaatsvinden


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Urinewegen

De urinewegen zorgen voor de afvoer van de urine vanuit de beide nierbekkens.



- urineleiders (ureters)

- urineblaas

- urinebuis of plasbuis (urethra)

Slide 32 - Tekstslide

Blaas

  • Is een holle spier
  • Urine wordt door peristaltische bewegingen voortbewogen naar de blaas.
  • Opslag urine
  • 350 ml urine -> mictiedrang
  • Urineleider afgesloten door verhoogde druk -> ventielwerking




Slide 33 - Tekstslide

Plassen

Spieren in de blaaswand en de sluitspier worden door het zenuwstelsel automatisch geregeld 


  • Spieren in de blaaswand trekken zich samen
  • Gelijktijdig opent zich de sluitspier om de urethra
  • Samen met de bekkenbodemspieren zorgt de sluitspier ervoor dat de urine geleidelijk de blaas via de plasbuis verlaat 


Slide 34 - Tekstslide

Urethra

Verschillen man/ vrouw:
- Urinebuis bij de man is 20 cm lang
- urinebuis bij de vrouw is 2.5 tot 4 cm
- verbinding met de buitenwereld

Slide 35 - Tekstslide

Samenstelling van urine

- water

- zouten

- ureum, creatinine

- vitaminen

- galkleurstoffen

- medicijnen

- onbruikbare stoffen/cellen


Slide 36 - Tekstslide

Evaluatie les


Lesdoelen
  1.  Aan het einde van de les kun je de belangrijkste functies van de nieren benoemen volgens LE2
  2. Aan het einde van de les kun je de werking van het plasmechanisme benoemen volgens LE2
  3. Wat is bijgebleven van deze les?
  4. Wat vond je van de onderdelen van de les? 

Slide 37 - Tekstslide