HK2D les 3 (1.2)

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken
Flesje water
Welkom bij Geschiedenis HK2D!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

timer
5:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken
Flesje water
Welkom bij Geschiedenis HK2D!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

HK2C les 2 (1.1+1.2) 
HK2D les 2 (1.2)
De 'Gouden' Eeuw

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen

  • §1.2 Amsterdam in de Gouden Eeuw: een goede plek, handig die oorlog, grachtenpanden, een grote verandering.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 1.2
Aan het eind van deze les:

... Kan je verklaren waarom in Amsterdam en Antwerpen grote pakhuizen werden gebouwd. (T1)
... Kan je uitleggen welke gevolgen de Nederlandse opstand had voor de handel en Amsterdam. (T1)
... Kan je het ontstaan van de grachtengordel verklaren. (T1)
... Kan je uitleggen waarom de droogmakerij belangrijk was voor de groei van Nederland als handelsland. (T2)
... Kan je verklaren hoe Nederland rijk en machtig werd in de zeventiende eeuw.(T2)
... Kan je de begrippen uitleggen: stapelmarkt, grachtengordel, Gouden Eeuw, droogmakerij. (R)



















Slide 4 - Tekstslide

Lees: blz. 10+11 leerboek
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

§1.2 Een goede plek
leerboek blz. 10+11
  • Amsterdam en Antwerpen lagen op een goede plek > Halverwege de handelsroutes tussen Noord- en Zuid-Europa (spullen opslaan tijdens de lange reis)
  • Via de rivieren kon je spullen verder Europa in vervoeren
  • Er werden pakhuizen gebouwd > graan, wijn, vis en specerijen opslaan = stapelmarkt
Begrip: stapelmarkt= Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld.

Slide 6 - Tekstslide

Zelf doen:
Werkboek blz. 10

Maken: opdr. 2

timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Een goede plek'
A
Rivieren
B
Handelsroutes Noord- en Zuid-Europa
C
VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Stapelmarkt

Slide 8 - Quizvraag

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Een goede plek'
A
Graan
B
Wijn
C
Vis
D
Melk

Slide 9 - Quizvraag

§1.2
Handig, die oorlog
  • In de zestiende eeuw hoorden Nederland (en België) bij Spanje
  • Na de Nederlandse opstand (80 Jarige Oorlog) tegen Spanje, waren de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk > de Zuidelijke Nederlanden (België) bleven van Spanje
  • Door de oorlog sloten de Noordelijke Nederlanden de haven van Antwerpen af 
  • Schepen moesten nu wel naar de haven van Amsterdam > hierdoor werd Amsterdam de belangrijkste handelsstad (migratie)
Migratie; door het afsluiten van de Antwerpse haven kwamen veel handelaren naar Amsterdam, nu dit de belangrijkste haven van de Nederlanden was geworden. Rijke handelaren zochten een nieuw thuis in Amsterdam. Ze namen hun kennis, geld en geloof mee naar Amsterdam. 
Willem van Oranje (1533-1584), leider van de Nederlandse opstand tegen Spanje

Slide 10 - Tekstslide

Zelf doen:
Werkboek blz. 10

Maken: opdr. 3 - 4a- 4b - 4c

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Handig, die oorlog'
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
België

Slide 12 - Quizvraag

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Handig, die oorlog'
A
Forten
B
Antwerpen
C
Amsterdam
D
Havenstad

Slide 13 - Quizvraag

§1.2 
Grachtenpanden
  • Doordat de haven van Antwerpen afgesloten was werd het druk in Amsterdam > handelsschepen, handelswaar en immigranten
  • De stad moest groeien > drie nieuwe grachten gegraven (Keizersgracht, Prinsengracht en Herengracht
  • Woonhuizen en pakhuizen voor rijke handelaren
  • De grachtengordel
Begrip: grachtengordel= De grachten die in de zeventiende eeuw rondom het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 14 - Tekstslide

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Grachtenpanden'
A
Appartementen
B
Grachtenpanden
C
Pakhuizen
D
Grachtengordel

Slide 15 - Quizvraag

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Grachtenpanden'
A
Keizersgracht
B
Herengracht
C
Prinsengracht
D
Koningsgracht

Slide 16 - Quizvraag

§1.2
Een grote verandering
  • De Gouden Eeuw (1600-1700) > het ging economisch heel erg goed met de Nederlanden
  • Omdat het zo goed ging, groeide de bevolking snel
  • Meer mensen = meer voedsel nodig > weinig landbouwgrond (probleem)
  • Jan Adriaanszoon Leeghwater > polderen (oplossing)
  • Meren en natte grond (moeras) droogmaken met molens > dijken bouwen, kanaal rondom graven, met molens het water naar het kanaal pompen = droogmakerij oftewel een polder
Begrip: Gouden Eeuw= Naam voor de zeventiende eeuw (1600-1700), toen het economisch heel goed ging met ons land.
Begrip: Droogmakerij= Droogmakerij of Polder: land dat vroeger een meer of ondiep deel van de zee was en dat is drooggelegd.
Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650), was een Nederlandse molenmaker en waterbouwkundige. Hij was betrokken bij meerdere droogmakerijen tijdens de Gouden Eeuw.

Slide 17 - Tekstslide

Zelf doen:
Werkboek blz. 12

Maken: opdr. 8

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Een grote verandering'
A
Meer woonplek
B
Meer voedsel
C
Meer landbouwgrond
D
Meer havens

Slide 19 - Quizvraag

Welke hoort er NIET bij?
§1.2 'Een grote verandering'
A
Dijken
B
Kanalen
C
Sluizen
D
Molens

Slide 20 - Quizvraag

Lesdoelen 1.2
Aan het eind van deze les:

... Kan je verklaren waarom in Amsterdam en Antwerpen grote pakhuizen werden gebouwd. 
... Kan je uitleggen welke gevolgen de Nederlandse opstand had voor de handel en Amsterdam. 
... Kan je het ontstaan van de grachtengordel verklaren. 
... Kan je uitleggen waarom de droogmakerij belangrijk was voor de groei van Nederland als handelsland. 
... Kan je verklaren hoe Nederland rijk en machtig werd in de zeventiende eeuw.
... Kan je de begrippen uitleggen: stapelmarkt, grachtengordel, Gouden Eeuw, droogmakerij. 



















Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten 
maak van 1.2 opdracht:





Niet af = Huiswerk
Als je nu lekker doorwerkt, heb je minder huiswerk!
Leerboek blz. ...
Werkboek blz. ...
2
3
4 a b c 
8
9

Slide 22 - Tekstslide

  1. Schrijf twee dingen op die je van 1.2 hebt geleerd

...............................................

...............................................


2. Schrijf minimaal één ding op wat je nog lastig vind van 1.2

...............................................
Check out

Slide 23 - Tekstslide