Quiz Brandaan thema 7
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een kolonie?
A
Een gebied dat door een ander land is veroverd.
B
Een land waar je slaven vandaan haalt.
C
Een plantage in Suriname.
Slide 2 - Quizvraag
Waar ligt 'Fort Elmina'?
A
Suriname
B
Oost Afrika
C
De republiek
D
West Afrika
Slide 3 - Quizvraag
Op welke twee manieren kwam men aan slaven?
A
Een Afrikaans stamhoofd nam mensen van een vijandelijke stam gevangen en verkocht ze als slaaf.
B
Mensen meldden zich vrijwillig aan en hun familie kreeg dan geld.
C
Een Europese slavenrover nam zomaar mensen gevangen in Afrika en verkocht ze als slaaf.
D
Gevangenen werden verkocht als slaaf.
Slide 4 - Quizvraag
Wat werd er door de WIC niet vervoerd over zee?
A
thee en kruiden
B
katoen en suiker
C
drank en geweren
Slide 5 - Quizvraag
Slaven werkten in ..
A
Afrika
B
Suriname
Slide 6 - Quizvraag
Ze moesten suikerriet kappen ..
A
in een oerwoud
B
op een plantage
Slide 7 - Quizvraag
Waar denk je aan bij het woord slaaf?
Slide 8 - Open vraag
Welke dingen horen bij het werk van een slaaf, 3 antwoorden
A
suikerriet kappen
B
andere slaven bewaken
C
werken als kok
D
werken in de haven
Slide 9 - Quizvraag
Waar denk je aan bij het woord 'maron' ?
Slide 10 - Open vraag
Keti Koti
een monu-
ment.
de afschaffing van de slavernij.
gebroken ketens
Op 1 juli herdenken we?
Dat heet?
Dat betekent?
Mensen komen dan samen bij?
Slide 11 - Sleepvraag
Welke datum was de afschaffing van de slavernij in Nederland?
Slide 12 - Open vraag
Wat is waar?
A
In Europa vonden steeds meer mensen dat iedereen gelijk was.
B
Nederland schafte als eerste de slavernij af.
C
Toen de slavernij was afgeschaft gingen alle slaven weg van de plantage.
Slide 13 - Quizvraag
waar denk je allemaal aan bij het woord verzet?
Slide 14 - Open vraag
Zet in de goede volgorde:
De vroegere slaven moeten nog 10 jaar doorwerken.
De handel in slaven wordt afgeschaft.
Nederland schaft de slavernij af.
Engeland verbied slavernij.
1
2
3
4
