Basisstof 6: Voeding en vertering bij zoogdieren

Thema 2
Basisstof 6: Voeding en vertering bij zoogdieren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Basisstof 6: Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen
  • Herhaling
  • Uitleg Basisstof 6: Voeding en vertering bij zoogdieren
  • Aan het werk
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet de kringspier aan het einde van de maag?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de functie van mineralen?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof

Slide 5 - Quizvraag

Vitamines, mineralen en water zijn voedingsmiddelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je een stof die scheikundige reacties sneller laat verlopen?

Slide 7 - Open vraag

Menno zegt: Wanneer je je anus-kringspier aanspant ga je poepen
Annie zegt: De dikke darm bevat veel bacterien die helpen bij de afbraak van plantaardig materiaal

Wie heeft gelijk?
A
Beiden hebben gelijk
B
Menno heeft gelijk
C
Annie heeft gelijk
D
Beiden hebben ongelijk

Slide 8 - Quizvraag


Slide 9 - Open vraag

Wat wordt door de enzymen die gemaakt worden in de speeksel klieren afgebroken?
A
Zetmeel
B
Vitamine A
C
Eiwitten
D
Cellulose

Slide 10 - Quizvraag

Basisstof 2.4 Gezonde voeding
- Op welke manieren je gezond kunt aankomen en afvallen.
- Welke eetstoornissen er zijn, hier eigenschappen van noemen en hoe je dit kunt verhelpen.
- Waaruit de schijf van 5 bestaat en welke verhoudingen van voedingsmiddelen gezond zijn.
- Wat een BMI is en hoe je deze kunt uitrekenen.
- Wat de houdbaarheidsdatum op het etiket van een voedingsmiddel betekend.

Slide 11 - Tekstslide

Schijf van vijf
Groen -> Vooral vitamine
Geel -> Vooral vetten
Roze -> Vooral eiwitten
Oranje -> Vooral koolhydraten
Blauw -> Vooral water

Slide 12 - Tekstslide

Gezond aankomen en afvallen
De 5 adviezen!
1. Veel groente en fruit
2. Zachte en vloeibare vetten
3. Meer plantaardig
4. Vooral volkoren

Slide 13 - Tekstslide

Basisstof 2.6
Je kunt voor planteneters, vleeseters en alleseters aangeven wat de kenmerken van hun gebit en darmkanaal zijn passend bij het type voedsel. 

Slide 14 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk?
  • Herbivoren eten alleen plantaardig materiaal (planteneters)
  • Carnivoren eten alleen dierlijk materiaal (vleeseters)
  • Omnivoren eten plantaardig en dierlijk materiaal (alleseters)

Slide 15 - Tekstslide

Herbivoren
  • Hebben een lang darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben plooikiezen; dat zijn kiezen met harde richels van glazuur 

Slide 16 - Tekstslide

Herbivoren
  • Hebben een lang darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben plooikiezen; dat zijn kiezen met harde richels van glazuur 

Slide 17 - Tekstslide

Carnivoren
  • Hebben een kort darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben knipkiezen; dat zijn kiezen waarmee het voedsel in stukken wordt geknipt.
  • Hebben grote, spitse, scherpe hoektanden

Slide 18 - Tekstslide

Carnivoren
  • Hebben een kort darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben knipkiezen; dat zijn kiezen waarmee het voedsel in stukken wordt geknipt.
  • Hebben grote, spitse, scherpe hoektanden

Slide 19 - Tekstslide

Omnivoren
  • Hebben een middellang darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben knobbelkiezen ; dat zijn kiezen met harde richels van glazuur
  • Hebben wel hoektanden, maar deze verschillen per soort van vorm en grootte.

Slide 20 - Tekstslide

Omnivoren
  • Hebben een middellang darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte
  • Hebben knobbelkiezen ; dat zijn kiezen met harde richels van glazuur
  • Hebben wel hoektanden, maar deze verschillen per soort van vorm en grootte.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Wat: Maak de opdrachten van basisstof 1 t/m 6
  • Hoe: Met je buur, fluisteren
  • Tijd: 15 minuten
  • Hulp: Steek je vinger op
  • Klaar: Kijk je antwoorden na en verbeter deze, basisstof 7 lezen
  • Uitkomst: Basisstof 1 t/m 6 van thema 2 af
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide