1. Nevenschikkend voegwoord: verbinden twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen.
dus, en, maar, of en want
2. Onderschikkend voegwoord: verbinden een hoofdzin en een bijzin.
zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.