In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom klas 4
Voeding en vertering
Slide 1 - Tekstslide
Thema 2
Voeding en vertering
Slide 2 - Tekstslide
Na deze les weet je...
conserveren
houdbaarheid en gezondheid
enzymen
Instructie vertering bij dieren
verwerken dmv opdrachten: 4.1 opdracht 1 t/m 7
Slide 3 - Tekstslide
Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.
Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
Een goede temperatuur om voort te planten
Voldoende zuurstof
Voldoende vocht
Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Voeding conserveren
Verschillende methoden van conserveren:
Invriezen - bacteriën niet dood! Niet opnieuw invriezen
Pasteuriseren - alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood, 72 graden
Steriliseren - alle bacteriën/schimmels dood, door hoge temperatuur iets andere smaak (130-140 graden)
Vacuüm verpakken - bacteriën niet dood!
Gasverpakken - andere luchtsamenstelling -bacteriën niet dood
Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen