LJ1- 2.5 Werkwoordsvormen / LJ2 2.6 Zinsontleding

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 2.5  - LJ2 2.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 2.5  - LJ2 2.6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel en laat deze nog even dicht.
 
LJ2: Ga even in stilte lezen. 

Huiswerk controle 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je dat een werkwoord verschillend vormen kan hebben. 



Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Noem de drie vormen die een werkwoord kan hebben.

Slide 5 - Open vraag

Wij hebben gisterenavond friet gegeten.
Wat voor woord is gegeten?
A
Persoonsvorm
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Derk probeert zijn fiets zelf te repareren.
Wat voor woord is repareren?
A
Persoonsvorm
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Morgen gaan wij naar de kermis.
Wat voor woord is gaan?
A
Persoonsvorm
B
Hele werkwoord
C
Voltooid deelwoord

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 16 t/m 20 op blz 74 t/m 76


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 

Maak de zin vragend.

Slide 12 - Tekstslide

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 13 - Tekstslide

persoonsvorm = heeft
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 14 - Tekstslide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad

gehad = voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining  /gehad

wwg = heeft gehad

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm
  • hele werkwoord
  • voltooid deelwoord 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen LJ1
Had je geen antwoord goed bij de mini-check -->
Dan maken we opdracht 16 samen. 

Slide 19 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 16 t/m 20 op blz 74 t/m 76.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

1. Lesopening LJ2
Pak je boek en je schrift van Nederlands. Laat alles nog even dicht op tafel liggen. 


Slide 21 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat;
- weet je dat als er 'te' voor het hele werkwoord staat, het bij het werkwoordelijk gezegde hoort:
   pv + te + hele ww = werkwoordelijk gezegde


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 22 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 23 - Tekstslide

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het naamwoordelijk gezegde
C
het werkwoordelijk gezegde
D
de persoonsvorm

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Joris heeft gisteren zijn examen gemaakt.'

A
heeft
B
heeft gemaakt
C
gemaakt
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het WWG?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 26 - Open vraag

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 5 op blz. 75


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

werkwoordelijk gezegde met 'te'
Evie zit steeds .... kletsen.
Ik lag vanmorgen nog zo heerlijk ... dromen
Ik probeerde mijn fiets zelf ... repareren.
Je kunt TE niet weglaten. TE hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 29 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen LJ2
Had je geen vraag goed van de mini-check -->
Dan maken we van opdracht 5 de eerste 5 zinnen samen. 

Slide 30 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ2
LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 16 t/m 20 op blz 74 t/m 76.
LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 5 op blz. 75


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je je boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?


Lesdoel:
- weet je dat een werkwoord verschillend vormen kan hebben?


Slide 32 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 


Lesdoelen:
- weet je dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden van een zin bestaat?
- weet je dat als er 'te' voor het hele werkwoord staat, het bij het werkwoordelijk gezegde hoort?
   pv + te + hele ww = werkwoordelijk gezegde

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Maandag 14 november
2.5 opdracht 16 t/m 20

Huiswerk LJ2: 
Maandag 14 november
2.6 opdracht 5
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 34 - Tekstslide