De middeleeuwen

Middeleeuwen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

De Middeleeuwen zijn van...
A
400 - 1500
B
400 - 1000
C
500 - 1500
D
500 - 1000

Slide 2 - Quizvraag

De Middeleeuwen is
A
Een tijdvak
B
Een periode
C
Een samenleving
D
Dit is niet het goede antwoord

Slide 3 - Quizvraag

De vroege middeleeuwen is de tijd van ...
A
monniken en ridders
B
steden en staten
C
christendom en kastelen
D
wereldoorlogen

Slide 4 - Quizvraag

tijd van monniken en ridders
= vroege middeleeuwen 

Slide 5 - Tekstslide

Lees A1 (p.38) in je lesboek.
Waarom bekeerde de Frankische koning Clovis zich tot het christendom?

Slide 6 - Open vraag

Wie was Clovis?
A
Een romeins keizer.
B
Een Frankische koning.
C
Een barbaar.
D
Een belangrijke paus.

Slide 7 - Quizvraag

Wat was het voordeel voor Clovis om zich te bekeren tot het christendom
A
Hij kreeg meer gebied hierdoor
B
Hij kreeg steun van de christenen in het gebied
C
hij kon daardoor makkelijk wetten doorvoeren
D
hij voerde op deze manier sneller oorlog

Slide 8 - Quizvraag

7

Slide 9 - Video

01:17
Ander woord voor vazal ...
A
leenman
B
slaaf
C
leenheer
D
koning

Slide 10 - Quizvraag

01:35
Wat is GEEN taak van de leenman?
A
Advies geven aan de leenheer
B
Vechten voor de leenheer
C
Werken op het land van de leenheer

Slide 11 - Quizvraag

01:51
Wat denk je ... hoe kunnen de leenmannen hulp krijgen?
A
zij vragen de leenheer om hulp
B
zij geven het land terug aan de leenheer
C
zelf leenmannen zoeken

Slide 12 - Quizvraag

01:35
Als de leenman dood gaat dan ...
A
krijgt zijn zoon alle land
B
gaat het land terug naar de leenheer

Slide 13 - Quizvraag

01:17
De vazallen moesten ... aan de koning
A
land geven aan de
B
trouw zweren

Slide 14 - Quizvraag

01:17
De leenheer gaf ... aan zijn vazallen
A
geld
B
een stuk land

Slide 15 - Quizvraag

01:17
De koning was de ...
A
leenman of vazal
B
leenheer

Slide 16 - Quizvraag

tijd van steden en staten 
= late middeleeuwen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De tijd van steden en staten
A
400-1000
B
1000-1400
C
1400-1600
D
1600-1700

Slide 19 - Quizvraag

Europa was in de late middeleeuwen een ...
A
agrarische samenleving
B
agrarisch-stedelijke samenleving

Slide 20 - Quizvraag

wat gebeurde er in de tijd van de steden en staten?
A
opkomst van de handel in de steden
B
hervorming
C
ontdekkingsreizen
D
renaissance

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van de opkomst van de steden
A
het hofstelsel
B
het ontstaan van ruilhandel
C
het ontstaan van een geldeconomie
D
het feodale stelsel

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van de opkomst van steden?
A
Daling bevolking
B
Opkomst handel
C
Geen romeinen meer
D
geen horigen meer

Slide 23 - Quizvraag

3

Slide 24 - Video

00:47
Waarom wordt hier Kampen het 'Rotterdam van de middeleeuwen' genoemd?
A
In Kampen woonden veel boeren
B
Kampen lag ook aan de Maas
C
Kampen was een welvarende handelsstad
D
Kampen had een goede voetbalclub

Slide 25 - Quizvraag

01:22
De Hanze was een handelsonderneming van vooral steden in oa. ...
A
Nederland, Duitsland en Scandinavië
B
Nederland, Duitsland en Spanje

Slide 26 - Quizvraag

01:59
Dit zeewaardig handelschip heet de ...
A
Kogge
B
Schelde
C
Rogge
D
Duivelsroede

Slide 27 - Quizvraag

Lees B4 onderdeel 4 (p.48).
Steden ontvingen stadsrechten van een vorst.
Welk belang had een vorst hierbij?

Slide 28 - Open vraag

In tijd van steden en staten krijgen vorsten steeds meer macht. Hoe krijgen ze dit voor elkaar?

Slide 29 - Open vraag

TEST NU JE KENNIS OVER DE MIDDELEEUWEN!!

Slide 30 - Tekstslide

WEINIG STEDEN
A
tijd van monniken en ridders
B
tijd van steden en staten

Slide 31 - Quizvraag

feodalisme hoort bij
A
tijd van monniken en ridders
B
tijd van steden en staten

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het feodalisme?
A
Een leenheer geeft grond in leen aan een leenman.
B
Een leenman geeft grond in leen aan een leenheer.
C
Een leenheer geeft grond in leen aan een hofmeier.
D
Een leenman geeft grond in leen aan een hofmeier.

Slide 33 - Quizvraag

De late middeleeuwen is in de periode van:
A
500 t/m 1000
B
500 t/m 1400
C
1000 t/m 1400
D
Pas na 1500

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen stadsrecht?
A
Een markt organiseren
B
Een stadsmuur bouwen
C
Rechtspreken
D
Belasting betalen aan de heer

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 36 - Quizvraag

Hanzesteden hebben een samenwerkingsverband om met elkaar handel drijven. Welke stad is geen Hanzestad
A
Deventer
B
Zutphen
C
Harderwijk
D
Amsterdam

Slide 37 - Quizvraag