Vragende voornaamwoorden (vrvnw) zijn dus: wie, wat , welke (welk) en wat voor (een). Ze staan heel vaak aan het begin van een vraagzin.
Voorbeelden:
Wie gaat er mee?
Wat ga jij vanavond doen?
Welke klasgenoten gaan mee naar Londen?
Wat voor profiel kies jij?
Let op: wanneer je andere woorden aan het begin van een vraagzin ziet staan, is het dus geen vragend voornaamwoord (meestal is het dan een bijwoord).