Adjectief -e (meerkeuze)

Adjectief -e (meerkeuze)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Adjectief -e (meerkeuze)

Slide 1 - Tekstslide

Het __ overhemd hangt in de kast.
A
wit
B
witte

Slide 2 - Quizvraag

Deze straat is erg __ in de ochtend.
A
druk
B
drukke

Slide 3 - Quizvraag

Ik drink graag __ thee.
A
groen
B
groene

Slide 4 - Quizvraag

De markt in Rotterdam is __.
A
groot
B
grote

Slide 5 - Quizvraag

Wil je __ praten, alsjeblieft?
A
langzaam
B
langzame

Slide 6 - Quizvraag

Er is in de herfst een __ vakantie.
A
kort
B
korte

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb een __ tandarts.
A
goed
B
goede

Slide 8 - Quizvraag

De keuken is __ en licht.
A
nieuw
B
nieuwe

Slide 9 - Quizvraag

De hoofdstad is __ voor een land.
A
belangrijk
B
belangrijke

Slide 10 - Quizvraag

Wij hebben een __ kat.
A
grijs
B
grijze

Slide 11 - Quizvraag

Ik vind het feest erg __.
A
gezellig
B
gezellige

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn vijf __ eilanden.
A
klein
B
kleine

Slide 13 - Quizvraag

Haar kleding is zwart en __.
A
blauw
B
blauwe

Slide 14 - Quizvraag

De man heeft een __ baard.
A
lang
B
lange

Slide 15 - Quizvraag

Ik ben __, want het regent.
A
nat
B
natte

Slide 16 - Quizvraag