Les 52 (31-03)

Les 52

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 52

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Groep A leestoets                   Groep B, C en D:
  • Formatief toetsje
  • Getallen t/m 100
  • Au travail! texte A 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je de getallen 1 t/m 100 opnoemen. 

...kun je woorden over gezondheid opnoemen. 

...begrijp je hoe de ontkenning in het Frans er uitziet en hoe deze werkt. 

Slide 3 - Tekstslide

Formatieve toets
- Voca A, H5 leerjaar 2
- De ontkenningen

Slide 4 - Tekstslide

Cijfers 1-100

We kennen nu de cijfers 1-50

Slide 5 - Tekstslide

43 is in het Frans 'quarante-trois'
vrai
faux

Slide 6 - Poll

34 is in het Frans 'trente-six'
vrai
faux

Slide 7 - Poll

27 is in het Frans 'vingt-sept'
vrai
faux

Slide 8 - Poll

50 is in het Frans 'soixante'
vrai
faux

Slide 9 - Poll

vanaf 20 - 50
ssfewfw  
1= un
2= deux
3= trois
4= quatre
5= cinq
6= six
7- sept
8= huit
9=neuf

Vanaf 20 noem je dus eerst het tiental en dan 
een cijfer tussen de 1 en de 9. 
vingt et un
vingt-deux
trente et un
trente-cinq
quarante et un
quarante-six
etc....

Slide 10 - Tekstslide

                 Nu gaan we de cijfers 50-100 doornemen met elkaar.
Als we tot 70 tellen, gaat het dus exact hetzelfde als 1-50. (zie afbeeling)

MAAR vanaf 70 wordt het een ander verhaal. Dan krijg je optelsommetjes:

70 = soixante et dix (60 + 10)
71 = soixante et onze (60 + 11)
80 = quatre vingt (4 x 20)
85 = quatre-vingt-cinq (4 x 20 + 5)
90 = quatre-vingt-dix (4 x 20 + 10)
97 = quatre-vingt-dix-sept (4 x 20 + 17)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Nu we de cijfers van 1-50 herhaald hebben en de cijfers 50-100 geleerd hebben, gaan we verder met het werken aan texte A op blz 13, leerjaar 2 vwo, boek B (e-book)

Slide 13 - Tekstslide

Au travail!
Maak online de lees- en luistertekst A van H5. 
(ga naar: leerjaar 2 havo/vwo 6e editie, hoofdstuk 5, onderdeel A)

Gebruik voca A als je woorden niet begrijpt. gebruik een online woordenboek of vraag de docent. 

Maak ex. 4 helemaal, 5 helemaal en 6 helemaal.

Slide 14 - Tekstslide

100 schrijf ik als volgt:
A
dix
B
cent

Slide 15 - Quizvraag

'malade' betekent:
A
ziek
B
moe

Slide 16 - Quizvraag

Devoirs 
faire ex. 5 et 6
apprendre ontkenningen

Slide 17 - Tekstslide