Signaalwoorden H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H4 Verbanden en signaalwoorden (2)

Tijdsvolgorde (chronologie)

- signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds

Vb.

- Eerst bereikten de Nederlandse voetbalvrouwen de kwartfinale, daarna gingen ze door naar de halve finale.

H4 Verbanden en signaalwoorden (2)

Oorzaak-gevolg

- signaalwoorden: doordat, daardoor, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van.

Vb.

- Doordat Ilse een enge film had gekeken(oorzaak), durfde ze niet meer in het donker te fietsen(gevolg).

H4 Verbanden en signaalwoorden (2)

Voorwaarde

- signaalwoorden: als.... (dan), indien, tenzij, mits.

Vb.

- Als Jasper harder en beter gaat leren, dan gaat hij dit jaar nog over.

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: ten gevolge van

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: als... dan

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: mits

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: waardoor

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: vervolgens

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: dadelijk

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: maar

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: intussen

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: zodat

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: sinds

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: daarnaast

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: tenzij

1. tijdsvolgorde
2. oorzaak-gevolg
3. voorwaarde
4. anders

Opdracht

Maak opdracht 4 van lezen H4 --> huiswerk

Blz. 94-95

Klaar? Lezen