We gaan kort terugblikken naar de stof die we hebben behandeld in paragraaf 5
Slide 2 - Tekstslide
Genotypen van ouders bepalen
A = zwarte vacht
a = bruine vacht
B = normale oren
b = hangoren
Wat zijn de genotypen van de ouders?
Slide 3 - Tekstslide
Genotypen ouders bepalen
AA x AA = 100% dominant fenotype (AA)
aa x aa = 100% recessief fenotype (aa)
AA x aa = 100% dominant fenotype (Aa)
Aa x aa = 50% dominant (Aa) en 50% recessief fenotype (aa)
Aa x Aa = 75% dominant (AA en Aa) en 25% recessief fenotype (aa)
Slide 4 - Tekstslide
Genotypen van ouders bepalen
A = zwarte vacht
a = bruine vacht
B = normale oren
b = hangoren
Wat zijn de genotypen van de ouders?
10 zwart en 11 bruin = 1:1 = Aa x aa
16 recht en 5 hangoor = 3:1 = Bb x Bb
Conclusie: AaBb x aaBb (zwart en recht x bruin en recht)
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen 3.6 Speciale manieren van overerven
Je kunt kruisingsschema's maken voor onafhankelijke overerving van multipele allelen, letale factoren en gekoppelde genen en hieruit of uit stambomen de frequenties van genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden.
Je kunt verklaren dat mitochondriale overerving kan leiden tot een andere overerving dan volgens de wetten van Mendel.
Slide 6 - Tekstslide
Multipele allelen
Als er drie of meer verschillende allelen bestaan voor één erfelijke eigenschap.
Bijv: groene, blauwe, bruine, grijze ogen.
Slide 7 - Tekstslide
Bloedgroep
IA en IB = dominant
i = recessief
Bloedgroep A: IAIA of IAi
Bloedgroep B: IBIB of IBi
Bloedgroep AB: IAIB
Bloedgroep O: ii
O = universele donor en AB = universele ontvanger
Slide 8 - Tekstslide
Letale factoren
In homozygote toestand geeft het desbetreffende allel geen levensvatbare cellen of individu.
Tegen welk probleem loop je mogelijk aan bij het berekenen van kansen???
Slide 9 - Tekstslide
Dihybride kruisingen
Slide 10 - Tekstslide
Welke genen kunnen geslachtscellen bevatten?
Gekoppeld: AB of ab
Onafhankelijk: AB of Ab of aB of ab
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
mtDNA (mitochondriaal DNA)
Klein, ringvormig DNA met een aantal genen.
Erft over via eicellen en dus niet via zaadcellen of stuifmeel.
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen 3.6 behaald???
Je kunt kruisingsschema's maken voor onafhankelijke overerving van multipele allelen, letale factoren en gekoppelde genen en hieruit of uit stambomen de frequenties van genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden.
Je kunt verklaren dat mitochondriale overerving kan leiden tot een andere overerving dan volgens de wetten van Mendel.