Nederlands trede 13: kijken en luisteren, doel

Trede 13: kijken en luisteren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Trede 13: kijken en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Trede 13: kijken en luisteren. Maak deze drie werkdoelen:
  1. Doel
  2. Daarover
  3. Begrijpen
Maak alle klaargezette opdrachten per werkdoel.

2. Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Slide 3 - Tekstslide

Welk doel kan een programmamaker hebben?

Slide 4 - Woordweb

Sprekersdoel
Informeren
Overtuigen
Activeren
Instrueren
Amuseren

DOEL = WOORD

Slide 5 - Tekstslide

Welk doel hebben de makers van het journaal?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Welk doel hebben de makers van een reclame voor Coca Cola?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 7 - Quizvraag

Bedoeling
Programmamakers hebben altijd een spreekdoel.

Dit spreekdoel hangt samen met de 
bedoeling van de makers.

BEDOELING = ZIN

Slide 8 - Tekstslide

Bij het journaal ziet het er dan als volgt uit:

Doel: informeren
Bedoeling: De maker wil informeren over wat er vandaag in de wereld is gebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zit het ook alweer:
wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken?

Slide 10 - Open vraag

Hoofd- en bijzaken
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Alle belangrijke informatie in de tekst over dat onderwerp noemen we hoofdzaken.

De minder belangrijke informatie noemen we bijzaken.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting
1. Een maker heeft altijd een doel. Dat doel omschrijf je in 1 woord

2. Een maker bedoelt altijd iets. Die bedoeling omschrijf je in een hele zin.

3. Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Trede 13: kijken en luisteren. 
1. Maak deze week drie werkdoelen:
  1. Doel
  2. Daarover (deze week uitleg)
  3. Begrijpen
Maak alle klaargezette opdrachten per werkdoel.

2. Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Succes :)

Slide 13 - Tekstslide