H4 WA hfst 5 5.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Planning van de les

• Terug kijken naar H4
• Uitleg les doel:

           - Ik kan lineaire groei herkennen 

           - Ik kan rekenen met lineaire groei

• Werken aan huiswerk

Eerst even terug naar H4

Clara moet voor haar verplichte boekenlijst nog 6 Nederlandse en 5 Engelse boeken lezen.

Bereken het aantal mogelijke volgorden waarin ze die boeken kan lezen.

1. 86400
2. 7776
3. 332640
4. 39916800

Clara moet voor haar verplichte boekenlijst nog 6 Nederlandse en 5 Engelse boeken lezen.

Bereken het aantal mogelijke volgorden als ze niet twee Nederlandse boeken achter elkaar wil lezen

1. 86400
2. 7776
3. 332640
4. 30

Clara moet voor haar verplichte boekenlijst nog 6 Nederlandse en 5 Engelse boeken lezen.

In de vakantie neemt ze 4 boeken van haar lijst mee. Bereken uit hoeveel viertallen ze kan kiezen.

1. 150
2. 7920
3. 330
4. 600

Clara moet voor haar verplichte boekenlijst nog 6 Nederlandse en 5 Engelse boeken lezen.

Bereken het aantal mogelijke viertallen als ze 2 Nederlandse en 2 Engelse boeken mee neemt.

1. 150
2. 7920
3. 332640
4. 600

H5 Lineaire en exponentiële groei

Vandaag lineair

De rest van het hoofdstuk exponentieel

Lineaire groei

Bij welke tabel hoort lineaire groei?

1. 
2. 

Van een lineair verband tussen de variabelen t en R gaat de grafiek door de punten (70, 220) en (120, 20).

Met hoeveel neemt R af als t toeneemt van 70 tot 120?

Van een lineair verband tussen de variabelen t en R gaat de grafiek door de punten (70, 220) en (120, 20).

Met hoeveel neemt R af als t met 1 toeneemt?

Van een lineair verband tussen de variabelen t en R gaat de grafiek door de punten (70, 220) en (120, 20).

Bereken R voor t=58.

Het verband tussen de hoogte van de gasrekening en het gasverbruik is lineair

1. Waar
2. Niet waar

Het verband tussen de lengte van een ribbe en de inhoud van een kubus is lineair

1. Waar
2. Niet waar

Het verband tussen de huurprijs en de tijd bij een jaarlijkse huurverhoging van 4,5% is lineair

1. Waar
2. Niet waar

Het verband tussen de afgelegde afstand en de tijd bij een constante snelheid is lineair

1. Waar
2. Niet waar

Een kabelhaspel weegt met 12 meter draad 2410 gram en met 9 meter kabel 1990 gram. Hoeveel weegt deze haspel met 5 meter draad?

huiswerk voor de volgende les:

Maak minimaal de opgaven 5, 6, 7 en 8.

 

Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:

           - Ik kan lineaire groei herkennen

           - Ik kan rekenen met lineaire groei