In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhaling H1 en §4.1
Slide 1 - Tekstslide
§1.1 B
Absolute veranderingen -> een getal
Relatieve veranderingen -> procenten
Slide 2 - Tekstslide
§1.1 B
Absolute veranderingen -> een getal
Relatieve veranderingen -> procenten
Bekijk blz. 11-12 voor verschillende soorten vragen met %
Slide 3 - Tekstslide
§1.1 B
Procentuele verandering
Nieuw en oud moeten in dezelfde nauwkeurigheid
oudnieuw−oud⋅100
%
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Open vraag
Een prijs stijgt met 10% en wordt 105 euro. Wat was de oude prijs?
Slide 6 - Open vraag
§1.1 C
A, B & C lopen een estafetteloop van 42 km. Er is afgesproken dat ze de afstand verdelen in de verhouding 1:2:3 waarbij A de kortste afstand loopt en C de langste.
Slide 7 - Tekstslide
§1.1 C
Verhoudingstabel:
Verhouding:
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Open vraag
In een pot zitten 187 knikkers, deels rood en deels groen. De verhouding rood : groen = 5 : 6 Bereken het aantal rode knikkers.
A
17
B
30
C
85
D
102
Slide 10 - Quizvraag
Kruislings vermenigvuldigen mag je alleen doen als...
Slide 11 - Open vraag
§1.2 A
Wetenschappelijke notatie
Een getal geschreven in de vorm , waarbij a een getal tussen 1 en 10 is.
VB:
760923000=7,60923⋅108
a⋅10n
Slide 12 - Tekstslide
Bereken en schrijf in de wetenschappelijke notatie.
Slide 13 - Open vraag
Bereken en schrijf in de wetenschappelijke notatie. 432 miljard
Slide 14 - Open vraag
Bereken en schrijf in de wetenschappelijke notatie.
(72)3⋅(94)2
Slide 15 - Open vraag
§1.2 C
Slide 16 - Tekstslide
§1.2 C
Slide 17 - Tekstslide
§1.2 C
Slide 18 - Tekstslide
De afstand tot de zon is 150 miljoen km. De lichtsnelheid is 300 miljoen m/s. Bereken hoe lang een lichtstraal onderweg is van de zon naar de aarde.
A
8,3 min.
B
500 min.
C
0,5 uur
D
2 sec
Slide 19 - Quizvraag
Iemand smeert 5 L verf op een muur van 5 bij 2 m. Hoe dik is de laag verf?
A
0,2 mm
B
0,5 mm
C
2 mm
D
5 mm
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Open vraag
§1.3 B
Slide 22 - Tekstslide
§1.3 B
Slide 23 - Tekstslide
§1.3 B
Slide 24 - Tekstslide
Bereken het aantal in 2008
jaar
2000
2014
2016
Aantal
560
783
765
Slide 25 - Open vraag
Bereken het aantal in 2021
jaar
2000
2014
2016
Aantal
560
783
765
Slide 26 - Open vraag
In 2018 is het aantal 320 In 2022 is het aantal 480 Bereken het aantal in 2021
Slide 27 - Open vraag
§1,4 A
In de grafiek wordt de ene variabele uitgezet tegen de andere variabele.
De eerste variabele is altijd degene die staat bij de verticale as. De tweede variabele bij de horizontale as.
Slide 28 - Tekstslide
§1,4 A
Hier is W uitgezet tegen t
Slide 29 - Tekstslide
Bekijk vraag 7a op blz. 183 Hoeveel jongen vlogen er per broedpaar uit?
Slide 30 - Open vraag
§4.1
Somregel
Bij vragen/keuzemomenten waar EN wordt gebruikt moet je optellen
Vermenigvuldigingsregel
Bij vragen/keuzemomenten waar OF wordt gebruikt moet je vermenigvuldigen
Slide 31 - Tekstslide
In een restaurant kan je kiezen uit 6 voorgerechten, 12 hoofdgerechten en 10 nagerechten. Hoeveel menu's kun je daarmee maken met een voor- hoofd- en nagerecht?
Slide 32 - Open vraag
Linda heeft in haar kast 4 spijkerbroeken, 5 rokjes en 11 shirtjes liggen. Hoeveel combinaties kan Linda maken als ze een shirtje en een broek combineert of een shirtje en een rokje?
Slide 33 - Open vraag
Bij een bedrijf krijgt elk artikel een code. Men gebruikt hiervoor de letters a, b, c, d en e. Hoeveel drie-lettercodes zijn er mogelijk als herhalingen zijn toegestaan?
A
125
B
60
C
243
D
3125
Slide 34 - Quizvraag
Bij een bedrijf krijgt elk artikel een code. Men gebruikt hiervoor de letters a, b, c, d en e. Hoeveel drie-lettercodes zijn er mogelijk als herhalingen niet zijn toegestaan?