Chapitre 2 voca + gram V5

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Chapitre 2 voca + gram V5

1. Wat is 'le gérondif'?

1. een tegenwoordig deelwoord
2. een voltooid deelwoord
3. een combinatie van 'et' + tegenwoordig deelwoord
4. een combinatie van 'en' + tegenwoordig deelwoord

2. In welke situaties kom je 'le gérondif' tegen?

1. bij beleefdheid, voorwaarde, manier
2. bij gelijktijdigheid, voorwaarde, manier
3. bij beleefdheid, voorwaarde, veronderstelling

3. Hoe vertaal je: Il fait ses devoirs en regardant Netflix?

1. Terwijl hij Netflix kijkt, maakt hij zijn huiswerk.
2. Terwijl hij Netflix keek, maakt hij zijn huiswerk.
3. Terwijl jij Netflix kijkt, maakt hij zijn huiswerk.
4. Terwijl hij Netflix keek, maakte hij zijn huiswerk.

4. Hoe vertaal je: En faisant du sport, je ne pense à rien?

1. Terwijl ik sport, denk ik nergens aan.
2. Tijdens het sporten, denk ik nergens aan.
3. Door te sporten, denk ik nergens aan.
4. Door te sporten denkt hij nergens aan.

5. Hoe vertaal je: Door samen te werken, zal je sneller klaar zijn?

1. En travaillant ensemble, je finis plus vite.
2. En travaillant ensemble, tu finiras plus vite.
3. En travaillant ensemble, tu finirais plus vite.
4. En travaillant ensemble, je finirai plus vite.

6. Na welke 2 situaties veranderen 'du/ de la/ de l'/ des' in 'de/ d' ?

1. na een zelfstandig nw. + na een ontkenning
2. na een woord van hoeveelheid + na een bevestiging
3. na een woord van hoeveelheid + na een ontkenning
4. na een woord van hoeveelheid + na een vraagwoord

7. In welke situatie veranderen 'du/ de la/ de l'/ des' niet in 'de/ d' ?

1. bij het gebruik van het werkwoord 'être'
2. bij het gebruik van het werkwoord 'avoir'
3. bij het gebruik van het werkwoord 'faire'
4. bij het gebruik van het werkwoord 'manger'

8. Na welke werkwoorden gebruik je altijd een bepaald lidwoord?

1. na 'aimer, préférer, détester'
2. na 'aimer, préférer, regarder'
3. na 'adorer, écouter, haïr'
4. na 'adorer, supporter, haïr'

9. Hoe vertaal je: Je n'ai jamais aimé les entraînements?

1. Ik heb de trainingen niet leuk gevonden.
2. Ik heb de trainingen niet leuk meer gevonden.
3. Ik heb de trainingen altijd leuk gevonden.
4. Ik heb de trainingen nooit leuk gevonden.

10. Hoe vertaal je: Zij drinkt liters water?

1. Elle boit des litres de l'eau.
2. Elle boit des litres d'eau.
3. Elle boit des litres de la eau.
4. Elle boit des litres du eau.