H1 quiz (basis 3)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Par. 1.1 
Vraag 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesplaning
welkom 
terugblik /leerdoelen
Proefwerk inzien 
Herhaling lesson-up H1  

Slide 4 - Tekstslide

hoe ging de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

1) Wat zijn basisbehoeften?
A
Brood
B
Water
C
een huis
D
A, B en C zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

2) Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig. Wat zijn twee goede voorbeelden van middelen?
A
tijd en geld
B
tijd en ruimte
C
geld en macht
D
tijd en macht

Slide 7 - Quizvraag

3) Wat zijn prioriteiten stellen?
A
Bekijken wat je over houdt aan het einde van de maand
B
Geld proberen te besparen op uitgaven
C
Wat je het belangrijkste vindt
D
Verbruiksgoederen

Slide 8 - Quizvraag

4) Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door bedrijven en de overheid

Slide 9 - Quizvraag

5) Hoeveel procent is gekleurd?
A
25%
B
75%
C
50%
D
100%

Slide 10 - Quizvraag

6) Er is een school met 450 leerlingen en 56% is onder 15 jaar. Bereken hoeveel leerlingen onder de 15 jaar is?

A
252
B
242
C
232
D
222

Slide 11 - Quizvraag

1) Wat zijn basisbehoeften?
A
Brood
B
Water
C
een huis
D
A, B en C zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

2) Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig. Wat zijn twee goede voorbeelden van middelen?
A
tijd en geld
B
tijd en ruimte
C
geld en macht
D
tijd en macht

Slide 13 - Quizvraag

3) Wat zijn prioriteiten stellen?
A
Bekijken wat je over houdt aan het einde van de maand
B
Geld proberen te besparen op uitgaven
C
Wat je het belangrijkste vindt
D
Verbruiksgoederen

Slide 14 - Quizvraag

4) Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven
B
laten maken door de overheid
C
die je voor je zelf maakt
D
laten maken door bedrijven en de overheid

Slide 15 - Quizvraag

5) Hoeveel procent is gekleurd?
A
25%
B
75%
C
50%
D
100%

Slide 16 - Quizvraag

6) Er is een school met 450 leerlingen en 56% is onder 15 jaar. Bereken hoeveel leerlingen onder de 15 jaar is?

A
252
B
242
C
232
D
222

Slide 17 - Quizvraag

TOETS INZIEN...

KIJK NAAR JE FOUTEN, LEER VAN JE FOUTEN! 

Slide 18 - Tekstslide

7) Commerciële beïnvloeding gebeurt door ...
A
consumenten
B
de gemeente
C
door fabrieken, winkeliers en verkopers
D
je ouders en vrienden

Slide 19 - Quizvraag

8) Wat is een doelgroep
A
Een groep consumenten met een goed doel
B
Een groep producenten waarop de verkoper zich richt
C
Consumenten die een doel in hun leven zoeken
D
Een groep consumenten waarop de verkoper zich richt

Slide 20 - Quizvraag

9) Wat is marketing?
A
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.
B
Alles wat je in je winkel hebt verkopen.
C
Het aantal producten dat je verkoopt.
D
Alle winst die een bedrijf maakt.

Slide 21 - Quizvraag

10) Wat is geen marketinginstrument? (dus welke P hoort er niet bij?)


A
Promotie
B
Plaats
C
Producent
D
Prijs

Slide 22 - Quizvraag

11) Welke reclame is ideële reclame?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

12) Hoeveel procent is met tonijn?
A
80%
B
85%
C
95%
D
90%

Slide 24 - Quizvraag

Antwoorden Par. 1.2 
Vraag 7 t/m 12

Slide 25 - Tekstslide

7) Commerciële beïnvloeding gebeurt door ...
A
consumenten
B
de gemeente
C
door fabrieken, winkeliers en verkopers
D
je ouders en vrienden

Slide 26 - Quizvraag

8) Wat is een doelgroep
A
Een groep consumenten met een goed doel
B
Een groep producenten waarop de verkoper zich richt
C
Consumenten die een doel in hun leven zoeken
D
Een groep consumenten waarop de verkoper zich richt

Slide 27 - Quizvraag

9) Wat is marketing?
A
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.
B
Alles wat je in je winkel hebt verkopen.
C
Het aantal producten dat je verkoopt.
D
Alle winst die een bedrijf maakt.

Slide 28 - Quizvraag

10) Wat is geen marketinginstrument? (dus welke P hoort er niet bij?)


A
Promotie
B
Plaats
C
Producent
D
Prijs

Slide 29 - Quizvraag

11) Welke reclame is ideële reclame?
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

12) Hoeveel procent is met tonijn?
A
80%
B
85%
C
95%
D
90%

Slide 31 - Quizvraag


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Hoe is de toets gegaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll


Ik ben helemaal klaar voor deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll