1) Tes loisirs à toi, DELF A2 p.124
1) raconter ton top 3 de loisirs
2) ''loisir préféré''
- 1 ''Mijn favoriete tijdverdrijf is..'' / het liefst doe / ga / speel ik...''
- 2 Quand: ''elke avond speel ik games op de ps4''
- 3 Avec qui: ik speel games met vrienden en mijn zusje
In het weekend met vrienden. Soms speel ik games met mijn zusje.
Vertel de 3 puntjes van 2) in het Frans. 2 minuten voorbereidingstijd.