les loisirs h5/v6

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bonjour à tous et toutes!

1) Loisirs = .....?

2) Qu'est-ce que l'image

a à voir avec cette thème?

 

quizlet.com

Le bijvoeglijk naamwoord: correction 

Regarde le dessin. 

Il y a un noeud dans lequel se prennent source de plusieurs branches. 

Regarde les images et lis la description qui les accompagne.

Wat vind jij leuk om te doen? Waarom?

00:25

Elle est où?

01:03

Wat doet deze meneer in het weekend? Noem 3 dingen

01:14

Deze mevrouw gebruikt het woord 'ouf' Wat zou dat kunnen betekenen?

1. stom, vervelend
2. saai, eentonig
3. mooi, prachtig
4. gek, bijzonder

01:22

Dit meisje gaat in het weekend naar haar ouders 'à la campagne', wat doet ze daar?

01:30

Hoe zegt hij 'piano spelen'?

01:39

Hoe zegt zij 'vrienden ontmoeten'?

01:55

Welke 2 culturele activiteiten noemt deze mevrouw?

02:06

Wat zou deze mevrouw bedoelen met 'sites'?

02:07

www.larousse.fr

02:16

Hoe zegt ze 'uitgaan met vrienden'?

02:57

Hoe zegt deze meneer 'we gaan wat drinken'?

03:06

Deze mevrouw zegt 'cet aprèm' waar zou dat een afkorting van zijn?

03:07

03:38

Hoe zegt hij 'soms gaan we naar het museum'?

04:02

Wat doen deze mensen graag als ze thuis zijn in het weekend?

04:32

Wat is een 'endroit'?

04:43

Hoe zegt hij 'ik besteed veel tijd aan'?

05:02

Hoe zegt dit meisje/deze mevrouw 'wandelen'

05:06

Wat bedoelt ze met 'manger dehors?

05:51

Wat deden ze 'avant' wat nu niet mogelijk is? Hoe noemen ze dat?

06:08

Hoe zegt hij dat hij niet zoveel doet?

06:18

Wat betekent 'je fais mes courses'?

06:35

Wat voor game speelt hij graag?

06:40

Hoe zegt hij 'dat hangt ervan af'?

06:44

Wat zou 'je bosse' kunnen betekenen?

06:59

Welke 2 culturele bezigheden noemt deze jongen/meneer?

07:14

Welke 2 natuurlijke plekken bezoekt deze mevrouw graag?

03:07

Attention aux particularités

Particulatiré 1) Betekenis van ''participer'' versus ''assister''. Wat betekent:

- participer à un match de volleyball

- assister à un concert 

Particularité 2) les prépositions 

- welk voorzetsel komt er achter faire en jouer? 

- welk voorzetsel komt er achter participer, assister, jouer? 

We bespreken alleen de loisirs waar jullie geen idee bij hebben. 

Attention aux particularités

Particularité 3: préposition + article (le, la, les)

Explication: voorzetsels à de trekken samen met het lidwoord ''le'' en ''les''

- je fais de le bricolage                              

- je joue à le tennis                                       

- ils jouent à les cartes                            <-- <-- in welke voorbeelden 

- je participe à la réunion                                      moet je iets veranderen? 

We bespreken alleen de loisirs waar jullie geen idee bij hebben. 

Sélectionner ton top 10

Objectif: kunnen vertellen welke 10 dingen jij graag doet.

Objectif 2: vertellen over jouw favoriete loisir

- mijn favoriete loisir is...

- wie (dat doe ik met...)

- wanneer (tijd en dagen)

- c'est amusant, parce que...

Je mag zinnen beginnen met...

 Participer à          Lire

Voir                          Aller

Faire de                  Pratiquer

Jouer à                   Collectionner

Jouer de

Assister à

Allez-y!

Waar of wanneer altijd helemaal vooraan of juist helemaal achteraan in de zin