herhalingsles thema 2 Voortplanting en ontwikkeling 2.6 t/m 2.8

Herhalingsles thema 2 voortplanting en ontwikkeling 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles thema 2 voortplanting en ontwikkeling 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Sterilisatie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen anticonceptie?
A
Prikpil
B
Hormoon staafje
C
Nuvaring
D
Zilver spiraaltje

Slide 5 - Quizvraag

Is coïtus interruptus een veilige methode van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig

Slide 6 - Quizvraag

Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?

A
veilig
B
niet veilig

Slide 7 - Quizvraag

Noodmaatregelen
Abortus
Legaal tot de 24ste week

- Tot de 8ste week: abortuspil
- Tot de 13e week: zuigpompje
- Na de 13e week: zwaardere ingrepen

Slide 8 - Tekstslide

SOA's
SOA's worden veroorzaakt door ziekteverwekkers.
Dit kunnen zijn:
- Bacteriën
- Virussen 
- Schimmels

Slide 9 - Tekstslide

  • seksueel
  • overdraagbare
  • aandoening

  • veilig vrijen
  • condoom


  • Chlamydia (bacterie)
  • Gonorroe (bacterie)
  • Herpes (virus)
  • Syfilis (bacterie)
  • HIV/aids (virus)

Slide 10 - Tekstslide

SOA test
Gratis voor mensen onder de 25

Slide 11 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Anticonceptie beschermt tegen een SOA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
Aids
C
Herpes genitalis
D
Genitale wratten

Slide 13 - Quizvraag

Sommige soa’s kunnen worden overgedragen door uit hetzelfde glas te drinken als iemand die een soa heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

SOA betekent
A
seksuele onvermijdelijke aandoening
B
seksuele ontrouwe aandoening
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
sensuele onuitstaanbare aanrakingen

Slide 15 - Quizvraag

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 16 - Quizvraag

Gender, sekse en seksuele voorkeur

Slide 17 - Tekstslide

Waarom seksualiteit?
- Lustbeleving
              - Door eigen beleving
               -Door pornografie

-  Voortplanting

Slide 18 - Tekstslide

Seksuele voorkeur
Je seksuele voorkeur zegt iets over op welk geslacht je valt. De meest voorkomende zijn:
- Heteroseksueel
- Homoseksueel
- Biseksueel
- Panseksueel
- Aseksueel 

Slide 19 - Tekstslide

1) Iemand is biseksueel als deze persoon op mannen en vrouwen valt
2) Je kunt aan de buitenkant iemands seksuele voorkeur zien
A
Beide zijn goed
B
Alleen 1 is goed
C
Alleen 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 20 - Quizvraag

De seksuele voorkeur die je hebt noemen we je:
A
Seksualiteit
B
Seksuele geaardheid
C
Je geslacht
D
Welke relatie je hebt

Slide 21 - Quizvraag

Seksueel geweld en misbruik
  • Aanranding
  • Verkrachting
  • Incest

en nog veel meer...

Slide 22 - Tekstslide

Erfelijkheidsonderzoek

Een erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt hoe groot de kans is dat er kinderen worden geboren met een erfelijke afwijking


Man en vrouw kunnen daarna beslissen over een eventuele zwangerschap of het beeindigen ervan.

Slide 23 - Tekstslide

Advies inwinnen - Wanneer doe je dat?
  • RISICOGROEPEN:
  • Als er een ernstige erfelijke ziekte in de familie voorkomt
  • Als een vrouw bv. al meerdere keren een miskraam heeft gehad
  • Als een man of vrouw heeft blootgestaan aan een hoge dosis radioactieve straling

Slide 24 - Tekstslide

prenataal onderzoek

Slide 25 - Tekstslide

NIPT test vanaf 11 weken

Slide 26 - Tekstslide

Bij prenataal onderzoek,
wordt er onderzoek gedaan .......
A
bij de pasgeboren baby
B
na de geboorte bij de baby en de moeder
C
voor de geboorte bij de moeder
D
voor de geboorte bij de baby

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet deze methode van prenataal onderzoek
A
Echo
B
Vlokkentest
C
Vruchtwaterpunctie

Slide 28 - Quizvraag

Wat onderzoeken artsen bij prenataal onderzoek?
A
Cellen van de moeder
B
Cellen van het kindje
C
Chromosomen van de moeder
D
Chromosomen van de embryo

Slide 29 - Quizvraag

Ga aan de slag met test jezelf

Slide 30 - Tekstslide