H3 14.09.2021

Willkommen
Dienstag 14.09.2021
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Willkommen
Dienstag 14.09.2021

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Kurzes Video
  • Wiederholung der Wörter
  • Hausaufgaben besprechen 
  • Grammatik Aufgabe
  • Zeit für die Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wiederholung der Wörter
naar links, naar rechts t/m op de rotonde

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ga je naar huis?
A
Wenn gehst du nach Hause?
B
Wann gehst du nach Hause?

Slide 5 - Quizvraag

op de rotonde

Slide 6 - Open vraag

Als ik ziek ben, kom ik niet.
A
Wenn ich krank bin, komme ich nicht.
B
Wann ich krank bin, komme ich nicht.
C
Als ich krank bin, komme ich nicht.

Slide 7 - Quizvraag

spät
afslaan
wat zeg je
langs het station
laat
abbiegen
wie bitte
am Bahnhof vorbei

Slide 8 - Sleepvraag

Aufgabe 3.5

Slide 9 - Tekstslide

Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
der 
Mann
die
Frau
das 
Kind
die
Kinder
3 Dativ
dem
Mann
der 
Frau
dem 
Kind
den
Kindern
4 Akkusativ
den 
Mann
die 
Frau
das
Kind
die
Kinder

Slide 10 - Tekstslide

Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
ein 
Mann
ein-e
Frau
ein 
Kind
kein-e
Kinder
3 Dativ
ein-em
Mann
ein-er 
Frau
ein-em 
Kind
kein-en
Kindern
4 Akkusativ
ein-en 
Mann
ein-
Frau
ein
Kind
kein-e
Kinder

Slide 11 - Tekstslide

3.5 c
Hoe aanpakken?

Slide 12 - Tekstslide

3.5 d
Voorzetsels met een vaste naamval:

3e: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, gegenüber, außer, entgegen

4e: durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang

Slide 13 - Tekstslide

3.5d
1. Es ist gefährlich, wenn die Kinder hier mit ihr_____ Ball spielen.

--> voorzetsel?
---> naamval?
----> geslacht?

Slide 14 - Tekstslide

3.5d
2. Unsere Schule befindet sich direkt gegenüber ____ Bahnhof.

--> voorzetsel?
---> naamval?
----> geslacht?

Slide 15 - Tekstslide

3.5d
3. Ich habe seit ein___ Woche ein neues Fahrrad.

--> voorzetsel?
---> naamval?
----> geslacht?

Slide 16 - Tekstslide

Aufgabe 3.5d & e
Macht die Aufgaben zu zweit.


Slide 17 - Tekstslide

Die Hausaufgaben (3.4)
1. Als je een oude auto hebt, moet je goed op de accu letten.
2. Rijdt u rechtdoor, langs het gemeentehuis en dan slaat u gelijk rechtsaf.
3. De airco werkt / doet het niet meer.
4. Na het ongeluk was de bumper kapot.
5. Heb je echt geen stuur in je auto?

Slide 18 - Tekstslide

Die Hausaufgaben (3.4)
1. Wenn man im Kreisverkehr fährt, hat man Vorfahrt.
2. Gegenüber dem Bahnhof gibt es viel Verkehr. – Wie bitte?
3. Die Ampel ist rot, ich muss warten.
4. Hast du das Öl und die Bremsen kontrolliert?
5. Ich fahre mit der Straßenbahn zum Bahnhof.

Slide 19 - Tekstslide