Persoonsvorm / werkwoordelijk gezegde / onderwerp
Persoonsvorm = Als je de zin vragen maakt, komt de persoonsvorm op de 1e plaats.
Werkwoordelijk gezegde= Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin.
Onderwerp= Het onderwerp is de persoon en/of het ding dat bij de persoonsvorm hoort.
De jongen heeft altijd gezwommen op zondag.
PV = heeft
ww.gz = heeft gezwommen