Lesbrief 12: Goederen opslaan

Lesbrief 12: Goederen opslaan
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Lesbrief 12: Goederen opslaan

Slide 1 - Tekstslide

In deze lesbrief
1. De levering controleren
2. De eerste controle
3. De tweede controle
4. Opslaggereed maken en opslaan

Slide 2 - Tekstslide

1. De levering controleren

Slide 3 - Tekstslide

In dit hoofdstuk
In dit hoofdstuk leer je:

1. hoe je een levering moet controleren
2. wat een pakbon is
3. wat een vrachtbrief is
4. wat en manco-breuk-teveellijst is.

Slide 4 - Tekstslide

Controles en documenten
In de meeste winkels gebeuren de controles aan de hand van de vrachtbrief en de pakbon. Deze documenten heeft de chauffeur die de goederen aflevert bij zich. 

Slide 5 - Tekstslide

Eerste en tweede controle
Na het lossen help je bij het controleren van de vrachtbrief die bij de goederen zit. Dit is de eerste controle.

Als de chauffeur weg is, breng je de goederen voor opslag naar het magazijn of direct naar de winkelruimte. Je doet nu de tweede controle. Deze controle doe je met de pakbon en de bestelbon.

Slide 6 - Tekstslide

MTBv-lijst
Als je bij controle dingen tegenkomt die niet kloppen, schrijf je die op een manco-breuk-teveellijst, de manco-breuk-teveellijst (MBTv-lijst), of in een logboek.

Slide 7 - Tekstslide

Geen controle
Bij sommige winkelketens is er bij de goederenontvangst geen controle. Door het gebruik van computers zijn er steeds minder fouten bij de leveringen.

Slide 8 - Tekstslide

Vrachtbrief
Een vrachtbrief is een document waarin de belangrijkste gegevens over een lading staan aangegeven wanneer een transporteur goederen over de weg vervoert.

Verplicht volgens de Wet goederenvervoer over de weg (WGW).

Gebruik voor kwantitatieve controle

Slide 9 - Tekstslide

Vrachtbrief
De vrachtbrief bestaat uit drie delen:
1. Het origineel voor de ontvanger van de goederen
2. Een kopie voor de chauffeur als bewijs van aflevering
3. Een kopie voor de leverancier van de goederen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een colli?

Slide 12 - Open vraag

Colli
Op de vrachtbrief staat uit hoeveel colli. De levering bestaat en wat voor soort colli het zijn. De colli kunnen dozen, pallets, rolcontainers of kratten zijn. Vaak worden verschillende goederen gezamenlijk verpakt. 

Slide 13 - Tekstslide

Pakbon
Op de pakbon staan het aantal geleverde producten en soms ook het aantal bestelde artikelen. 

Gebruik voor kwalitatieve controle

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Dit was Hoofdstuk 1.
Nu maken: opdracht 2 t/m 7.
Praktische opdracht 1 

Slide 16 - Tekstslide

2. De eerste controle 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een vrachtbrief?
A
een document met de gegevens over de lading
B
een geleidendocument dat de leverancier meestuurt met elke verpakkingseenheid
C
een overeenkomst tussen de chauffeur en de detaillist

Slide 18 - Quizvraag

De vrachtbrief bestaat uit 3 delen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een vrachtbrief is een........
A
bewijs voor de werkgever
B
bewijs voor de logistiek medewerker
C
vervoersovereenkomst
D
bewijs voor de chauffeur

Slide 20 - Quizvraag

2. In dit hoofdstuk 
In dit hoofdstuk leer je:

1.  Wat de eerste controle is
2. Hoe je een vrachtbrief moet controleren
3. Hoe je een manco-breuk-teveellijst moet invullen.

Slide 21 - Tekstslide

De eerste controle
Na het lossen doe je de eerste controle. Controleer de vrachtbrief goed. Want goederen zijn geld waard en het bedrijf krijgt een rekening voor de bestelde goederen.

1. Je controleert of de goederen inderdaad voor jullie bestemd zijn. Controleer de adressering op de vrachtbrief.
2. Je controleert of het aantal verpakkingseenheden (de hoeveelheden) klopt met wat op de vrachtbrief staat.
Je controleert de kwaliteit:
  • Zijn de juiste artikelen geleverd?
  • Zijn de verpakkingen heel en onbeschadigd?
  • Als de verpakking beschadigd is: is de inhoud ook beschadigd?
Als alles klopt, tekent je leidinggevende de vrachtbrief of zet een handtekening op het aftekenkastje. De chauffeur heeft nu het bewijs dat hij de goederen goed heeft afgeleverd.

Slide 22 - Tekstslide

Afwijkingen op de vrachtbrief
Als er iets niet klopt, is er een afwijking. Bijvoorbeeld:

  1. Er is te veel of te weinig geleverd. Er staan bijvoorbeeld twintig pallets op de vrachtbrief, maar de chauffeur heeft er maar achttien bij zich.
  2. De verpakking is beschadigd. Je kunt dan weigeren de goederen aan te nemen.

Slide 23 - Tekstslide

!Aan de slag!
Maken:
  • Taak 2: Opdracht 1 t/m8.
  • Klaar? Opdracht e-mail beschadiging.  

Slide 24 - Tekstslide

3. De tweede controle
In dit hoofdstuk leer je:

  • Wat de tweede controle is
  • Hoe je een pakbon moet controleren
  • Wat de HACCP-code is
  • Wat TGT en THT betekenen.

Slide 25 - Tekstslide

Wat moet je doen bij een manco op de vrachtbrief?
A
Wachten tot de ontvanger het opmerkt.
B
Een manco direct melden aan de vervoerder.

Slide 26 - Quizvraag



Wat noteer je NIET op een MBTv-lijst?
(Manco, Breuk, Teveel lijst)
A
Teveel ontvangen artikelen
B
Artikelen in nota
C
Manco's in de levering
D
Kapotte artikelen

Slide 27 - Quizvraag

Bij het lossen van de vracht
blijkt een doos melk manco
te zijn. Wat is manco?
A
De doos is beschadigd
B
Er is een doos te veel geleverd
C
Er is een doos te weinig geleverd
D
Er is een doos in nalevering

Slide 28 - Quizvraag

De tweede controle
 Deze controle doe je met de pakbon en de bestelbon. Je controleert of het aantal geleverde artikelen klopt met wat er op de pakbon staat.

Slide 29 - Tekstslide

Het ontvangen van gekoelde producten
Op deze punten moet je letten bij de ontvangst en controle van gekoelde en diepvriesproducten:
  • De verpakking 
  • Het etiket
  • De temperatuur
  • De kwaliteit

Slide 30 - Tekstslide

De regels!
Een belangrijk onderdeel van een HACCP-systeem is het opschrijven en bewaren van gegevens. Het gaat om:

  • Bewaarvoorschriften (temperatuur van opslag)
  • Afspraken over de verpakking
  • Afspraken over de temperatuur van de voedingsmiddelen
  • Persoonlijke hygiëne.

Slide 31 - Tekstslide

Boekje afmaken tot en met taak 3
Eerst de opdrachten die je hier op school kan doen, na controle mag je pas op pad. 

Slide 32 - Tekstslide

Taak 4 : Opslaggereed maken en opslaan

Slide 33 - Tekstslide

In dit hoofdstuk:
In dit hoofdstuk leer je:
Hoe je goederen moet opslaan.

Slide 34 - Tekstslide

Goederen verwerken
Vaak kun je de goederen niet meteen opslaan in het magazijn of in de winkel. Je moet eerst:
  • Goederen uitpakken
  • Goederen ompakken: Goederen in een transportverpakking pak je uit. De goederen zijn bijvoorbeeld verpakt in grote kartonnen dozen of zijn omwikkeld met plastic. Vaak zijn ze ook gestapeld op pallets of verpakt in rolcontainers.
  • Goederen sorteren
  • Goederen stickeren met juiste artikelnummer of prijs.
  • Een kortingsbon/code toevoegen. 



Slide 35 - Tekstslide

Goederen ompakken
Goederen die binnenkomen, hebben meestal een stevige verpakking, zodat ze tijdens het transport niet beschadigen. Die verpakking heet de transportverpakking.

Bij het ompakken haal je de transportverpakking van de goederen af. Nu kun je ze in de consumentenverpakking in de winkel leggen.

Slide 36 - Tekstslide

Opslagsystemen
Het vaste locatiesysteem:
Bij deze manier van opslaan heeft elk artikel een vaste plek in het magazijn. Deze plek moet groot genoeg zijn voor de hele voorraad. Als er geen voorraad is, is het vak leeg. 


Slide 37 - Tekstslide

Het vrije locatiesysteem

Bij het vrije locatiesysteem hebben de artikelen geen vaste plek. De computer houdt precies bij waar plek is en waar niet. Als er ruimte in een stelling is, geeft de computer die locatie aan een artikel. De computer ‘onthoudt’ waar elk artikel ligt. 

Het voordeel is dat alle vrije ruimte goed wordt gebruikt. Er zijn nooit lege vakken.

Slide 38 - Tekstslide

Maken taak 4
Klaar? Begrippentrainer.

Slide 39 - Tekstslide