4V_6.1Reactiesnelheid

4V
Start hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1 + 6.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

4V
Start hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1 + 6.2

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 6.1 + 6.2
  • Uitleg reactiesnelheid
  • Demo's 1 t/m 7 via methodesite
  • Opdrachten maken van 6.1: 5 t/m 8, 11
  • Tijd voor leercheck?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 6.1 + 6.2
  • Je leert het symbool en de eenheid van de reactiesnelheid
  •  Je leert over de factoren, die de reactiesnelheid beïnvloeden.
  • Je leert over biologische katalysatoren.
  • Je leert de reactiesnelheid op microniveau verklaren met het botsende-deeltjesmodel.

Slide 3 - Tekstslide

6.1 Reactiesnelheid
  • Hoe snel verloopt een reactie?

  • Reactiesnelheid s wordt weergegeven in mol per seconde (mol/s)


  • Bijvoorbeeld: 
  • Hoeveel mol er van een stof per seconde wordt omgezet? 
  • Hoeveel mol er van een stof per seconde ontstaat.

Slide 4 - Tekstslide

Reactiesnelheid

Afhankelijk van.....

1. Temperatuur
2. Soort stof

3. Concentratie

4. Verdelingsgraad

5. Katalysator


Slide 5 - Tekstslide

Demo's / practica 
Via Magister -> ELO -> Leermiddelen -> Scheikunde -> inloggen met magister gegevens -> Hoofdstuk 6

Kijken en opdrachten maken bij Demo 1 t/m 7

Opdrachten maken van 6.1: opdr 5 t/m 8, 11

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Leercheck 6.1 + 6.2

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de eenheid van reactiesnelheid bij scheikunde?
A
Het aantal meter per seconde.
B
Het aantal kilometer per uur.
C
Hoeveelheid mol stof per seconde.
D
Hoeveelheid gram per seconde.

Slide 12 - Quizvraag

Waar is de reactiesnelheid het hoogst?
Waar is de reactiesnelheid het laagst?

Slide 13 - Sleepvraag

Welke van onderstaande factoren beïnvloedt NIET de reactiesnelheid?
A
Concentratie
B
Katalysator
C
Temperatuur
D
Volume

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de reactiesnelheid als je de beginstoffen in een bak met ijswater zet?
A
Reactiesnelheid gaat omhoog
B
Reactiesnelheid blijft gelijk
C
Reactiesnelheid gaat omlaag

Slide 15 - Quizvraag

Als je de deeltjes van een stof fijner maakt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk

Slide 16 - Quizvraag