Rekenen Thema wonen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voel jij je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Ik ben het beste in
Grafieken aflezen
Omrekenen
Afmetingen
Procenten en breuken

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Tekstslide


Hoe warm is het om 12 uur 's middags?
A
13 graden
B
15 graden
C
17 graden
D
19 graden

Slide 6 - Quizvraag

Er zitten 350 dieren in het dierenasiel. Hoeveel honden zijn er?
A
109
B
112
C
115
D
123

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zakgeld krijgen de kinderen bij elkaar opgeteld?
A
5 euro
B
9,50 euro
C
10 euro
D
10,50 euro

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Paar de juiste onderdelen 
Afstand
Inhoud

Gewicht

Liter
Meter
Gram

Slide 10 - Sleepvraag

Rabia zet koffie voor een opendag.
Ze maakt 3,5 liter aan koffie.
Er gaat 200 ml in een beker.
Hoeveel bekers kan Rabia vullen?
A
17 bekers
B
19 bekers
C
20 bekers
D
22 bekers

Slide 11 - Quizvraag

Als ik pannenkoeken bak voor 2 personen heb ik 250g bloem nodig.
Hoeveel kg bloem is nodig voor 12 mensen?
A
1
B
1,25
C
1,5
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel meter aan plakplinten heb ik nodig voor deze kamer?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 14 - Quizvraag

Voor welk van de onderstaande items berekenen we meestal GEEN oppervlakte?
A
Verf
B
Tuintegels
C
Laminaat
D
Sierstrip

Slide 15 - Quizvraag

In wat voor eenheid is deze badkamer afgemeten?
A
Millimeter
B
Centimeter
C
Decimeter
D
Meter

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Een nieuwe broek kost 80 euro.
Gelukkig krijg ik 20 euro korting.
Hoeveel procent korting is dat?
A
20
B
25
C
30
D
35

Slide 18 - Quizvraag

In de gemeente Rotterdam worden 4500 woningen bijgebouwd. 17% van deze woningen zijn voor jongeren.
Hoeveel woningen zijn voor jongeren?

Slide 19 - Open vraag

60% van de mbo-studenten blijft thuis wonen tijdens hun opleiding.
Hoe schrijf ik dat in een breuk?
A
4/5
B
7/10
C
3/4
D
3/5

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is drie-zevende van 49?

Slide 22 - Open vraag

Er zijn 2 potten pindakaas, welke is naar
verhouding het goedkoopste?
Pindakaas A = 300 gram en 1,28 euro
Pindakaas B = 400 gram en 1,76 euro
A
Pindakaas A
B
Pindakaas B
C
Ze zijn even duur

Slide 23 - Quizvraag

Ik ga deze rekentoets een voldoende scoren!
Oneens - Eens
110

Slide 24 - Poll

Ik weet in welk onderdeel ik het beste ben.
Oneens - Eens
110

Slide 25 - Poll

Tops voor deze les?

Slide 26 - Woordweb

Tips voor deze les?

Slide 27 - Woordweb

Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll