Kinderverzorging en Pediatrie

Kinderverzorging & Pediatrie
Zwangerschap
Bevalling
Verzorging & hygiëne moeder en kind
Hielprik en Rijksvaccinatie
Levensfase
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kinderverzorging & Pediatrie
Zwangerschap
Bevalling
Verzorging & hygiëne moeder en kind
Hielprik en Rijksvaccinatie
Levensfase

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Herhaling van vorige lessen

Kinderverzorging en Pediatrie

Slide 2 - Tekstslide

Welke ziekten vallen er binnen het Rijksvaccinatieprogramma?

Slide 3 - Woordweb

Een ouder twijfelt over vaccineren van zijn kind, wat zou jij nu zeggen tegen deze ouder om te overtuigen?

Slide 4 - Open vraag

Wanneer wordt de hielprik uitgevoerd?

Slide 5 - Open vraag

Congenitale hyperthyreoïdie is onderdeel van ziekten waarop de hielprik screent.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Welke ontwikkelingen kenmerken de peuterfase?

Slide 7 - Woordweb

Welke ontwikkelingen kenmerken de zuigelingenfase?

Slide 8 - Woordweb

Het zoeken naar eigen identiteit is een kenmerk van?
A
basisschoolkind
B
adolescent
C
volwassene
D
puber

Slide 9 - Quizvraag

Differentiatie houdt in?
A
cellen onderscheiden zich qua functie
B
functies en kwaliteiten worden geperfectioneerd
C
cellen onderscheiden zich qua bouw en vorm

Slide 10 - Quizvraag

Bevallen na 42 weken noemen we;
A
à terme
B
prematuur
C
serotien

Slide 11 - Quizvraag

Welk van deze voedingsmiddelen kan een zwangere beter niet eten?
A
rosbief
B
rauw melkse kazen
C
gerookte zalm
D
ham

Slide 12 - Quizvraag

Wat is prenatale screening in de zwangerschap?
A
vroege zwangerschapstest
B
testen op afwijkingen aan de foetus
C
pretecho's

Slide 13 - Quizvraag

Het plasmavolume neemt toe in een zwangerschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Je Hb-gehalte neemt af in het 2e trimester.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Welk hormoon heb je nodig om weeën te maken?
A
HcG
B
prostaglandines
C
oestrogeen
D
oxytocine

Slide 16 - Quizvraag

Welk hormoon zorgt voor misselijkheid in je zwangerschap?
A
HcG
B
prostaglandines
C
oestrogeen
D
oxytocine

Slide 17 - Quizvraag

Welke signalen wijzen op het begin van een baring?
A
bloedverlies
B
slijmverlies
C
eetlust
D
vruchtwater verlies

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde voor de baarmoedermond?
A
verweken, verstrijken, ontsluiten
B
ontsluiten, verweken, verstrijken
C
verstrijken, verweken, ontsluiten
D
verweken, ontsluiten, verstrijken

Slide 19 - Quizvraag

ontsluitingsweeën nemen af als het adrenaline gehalte stijgt bij de vrouw.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De meest gunstigste ligging voor een baby bij de bevalling is;
A
a.a.a
B
a.a.v
C
dwarsligging
D
stuitligging

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de 2e fase van de bevalling?
A
uitdrijvingsfase
B
nageboorte
C
onsluitingsfase
D
post placentaire tijdperk

Slide 22 - Quizvraag

Mw. Bakker heeft 1.8 liter bloedverlies na de bevalling, hoe noemen we dit?
A
endometritis
B
mastitis
C
tromboflebitis
D
fluxus

Slide 23 - Quizvraag

Een onderdeel bij het post placentaire tijdperk is het hechten van een ruptuur of episiotomie.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Baden van een zuigeling gebeurd op de dag van geboorte.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Waar denk je aan als je een pasgeborene gaat baden?
A
warme omgeving, water 37 gr
B
ramen open, olie gebruiken
C
zeep gebruiken, goed afdrogen

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn tekenen van infectie bij een pasgeborene? (meerdere mogelijk)
A
grauwe huidskleur
B
huilen
C
koorts
D
slecht drinken

Slide 27 - Quizvraag

Waarop controleer je de baarmoeder in de dagen na de bevalling?
A
temperatuur
B
hechtingen
C
grootte

Slide 28 - Quizvraag

Een kraamvrouw dient binnen 10-12 uur na bevalling geplast te hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Icterus wordt veroorzaakt door een teveel aan deze stof:
A
hemoglobine
B
bilirubine
C
creatinine

Slide 30 - Quizvraag

En dan nu:
Kinderverzorging en Pediatrie

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Omschrijf de aandachtspunten bij zorg voor kinderen in het ziekenhuis?
2. Omschrijf op welke manieren je medische informatie kunt verkrijgen van een kind in het ziekenhuis.

Slide 32 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het verzorgen van kinderen in het ziekenhuis?

Slide 33 - Woordweb

Pediatrie is?
A
kinderontwikkeling
B
groeiachterstand
C
kindergeneeskunde
D
psychische aandoening bij kinderen

Slide 34 - Quizvraag

Wie zou op de afdeling kindergeneeskunde willen werken als verpleegkundige?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Over welke kwaliteiten zou een kinderverpleegkundige moeten bezitten?

Slide 36 - Open vraag

Welke gegevens kun je verkrijgen bij een ziek kind door te observeren?

Slide 37 - Woordweb

Secundaire preventie houdt in?
A
voorkomen van terugkeer van een ziekte
B
voorkomen van een ziekte of afwijking
C
ziekte wordt opgespoord of behandeld

Slide 38 - Quizvraag

Vaccinatie volgens het Rijksvaccinatieprogramma is een vorm van?
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een hetero-anamnese?

Slide 40 - Open vraag

Eerste onderzoek bij een kind:

bloeddruk;
zuurstof in het bloed;
grootte van de lever;
lucht of vocht in de buik

Slide 41 - Tekstslide

8 onderdelen bij onderzoek kind
huid;
hoofd en gezicht;
thorax (borstkas);
buik;
genitaliën;
bewegingsapparaat;
zicht en gehoor;
gewicht en temperatuur

Slide 42 - Tekstslide

Aan de slag..
Maak nu de opdracht te vinden in jullie mail.

Maak gebruik van de tegel: Kinderverzorging en pediatrie

Tijd: 30 minuten
Klaar? Maak de e-learning

Slide 43 - Tekstslide