Schrijven 3

Schrijven 3
De theorie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven 3
De theorie

Slide 1 - Tekstslide

De zes kenmerken van een goede tekst:
  1. Goede inhoud (= de informatie)
  2. Goede opbouw
  3. Goede toon (= de manier waarop je het zegt)
  4. Goede zinnen
  5. Goede spelling
  6. Goede lay-out (= hoe de tekst eruitziet)

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt dus zes kenmerken van een goede tekst. Welke hoort daarbij?
A
Goede afsluiting
B
Goede spelling
C
Goede witregels
D
Goede aanhef

Slide 3 - Quizvraag

Je hebt zes kenmerken van een goede tekst. Welke hoort daarbij?
A
goede brief
B
goede titel
C
goede opbouw
D
goede woorden

Slide 4 - Quizvraag

Goede opbouw
Goede inhoud
Goede spelling
de indeling inleiding - kern - slot duidelijk is
de informatie klopt en duidelijk is;
de hoofdletters en leestekens op de juiste plek staan.

Slide 5 - Sleepvraag

De vijf tekstdoelen:
  1. Informeren
  2. Instrueren
  3. Overtuigen
  4. Activeren
  5. Amuseren / ontroeren

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doel van dit bord?
A
Tot handelen aanzetten
B
amuseren
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
Tot handelen aanzetten
B
Amuseren
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 10 - Quizvraag

Tekst

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Tot handelen aanzetten
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Tot handelen aanzetten
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Wat is het doel van deze video?
A
Informeren
B
Tot handelen aanzetten
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welk tekstdoel?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het doel van dit krantenartikel?
A
Informeren
B
Tot handelen aanzetten
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat wil de spreker bereiken?

Slide 24 - Tekstslide

En wil dat je zijn mening overneemt!
De schrijver wil zijn mening geven

En wil dat jij zijn mening overneemt!

Slide 25 - Tekstslide

Wat wil de schrijver bereiken?

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van deze brief?
A
Informeren
B
Zijn mening geven
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 27 - Quizvraag

De schrijver geeft zijn mening

Slide 28 - Tekstslide

Alles op een rijtje

Slide 29 - Tekstslide