Zakelijke e-mail leerjaar 4

Nederlands
Leerjaar 4
Zakelijke e-mail
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Leerjaar 4
Zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen zakelijke e-mail
1  Ik kan twee verschillen benoemen tussen een zakelijke e-mail en een zakelijke brief

Ik kan de opbouw in de juiste volgorde opstellen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1
Ik kan twee verschillen benoemen tussen 



zakelijke e-mail
zakelijke brief

Slide 3 - Tekstslide

Je loopt stage bij een bloemkwekerij.

Beschrijf een situatie waarin je een zakelijke e-mail zou schrijven.

Slide 4 - Open vraag

Drie soorten 'zakelijke e-mail'
  1. Solliciteren
  2. Informatie geven/vragen
  3. Klacht indienen

Slide 5 - Tekstslide

Formeel vs. informeel
Met formeel taalgebruik bedoelen we de taal die je gebruikt bij iemand die je niet zo goed kent; beleefd, met u en meneer/mevrouw aanspreken.
Met informeel taalgebruik bedoelen we de taal die je gebruikt bij iemand die je kent of iemand die van jouw leeftijd is: nog steeds netjes, maar minder beleefd, met je/jij/jullie en voornaam aanspreken.

Slide 6 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat nou eigenlijk een aanhef is (zie slide 26).

Slide 7 - Open vraag

"Geachte meneer/mevrouw, " past meer bij een...
A
Zakelijke e-mail
B
Persoonlijke e-mail
C
Normale e-mail
D
Boeit niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?

Slide 9 - Open vraag

'Hoi'' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 10 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een
aanhef bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 11 - Open vraag

Noem minstens twee verschillen tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail.

Slide 12 - Open vraag

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 13 - Quizvraag

Het middenstuk van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moet je witregels gebruiken tussen de alinea's bij een zakelijke
e-mail?

Slide 15 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 16 - Quizvraag

Met dit woord mag je de eerste zin van je zakelijke e-mail nooit beginnen.

Slide 17 - Open vraag

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 18 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?

Slide 19 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?
A
Later!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 20 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een slotgroet bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 21 - Open vraag

Het doel van een zakelijke e-mail is
A
Amuserend
B
Overtuigend of informatief
C
Activerend
D
Weet ik veel

Slide 22 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht 1 
Op de volgende slide leer je de verschillen door op de icoontjes te klikken.

Slide 24 - Tekstslide

e-mail                                   brief
naam
aanhef
aanhef
inleiding
inleiding
middenstuk
middenstuk
slotzin
slotzin
beleefde groet
Zeer beleefde groet
naam
naam
eigen adres
adres ontvanger
plaats & datum
betreftregel

Slide 25 - Tekstslide

Noteer twee verschillen :)

Slide 26 - Open vraag

Opdracht 2

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide