Oefenen kijk- en luistervaardigheid compleet

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies









Kijk-en luistervaardigheid oefenen
Luistervaardigheid
klas 4
kader

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga ik vandaag leren?
  1. Na deze les kan ik tijdens het bekijken van een fragment, alle hoofdzaken in mijn aantekeningen noteren.
  2. Na deze les kan ik met behulp van mijn klasgenoten mijn aantekening aanpassen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Oefenen met kijk- en luistervaardigheid.
Waarom? Voorbereiden op de SE Nederlands KIJKEN/LUISTEREN
Hiervoor moet je aantekeningen kunnen maken en goed opletten!

- Fragment over matchfixing - 7 vragen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed Kijken en Luisteren
Om een kijk- of luisterfragment goed te kunnen begrijpen, let je op de
volgende dingen:

Het onderwerp – Dit wordt vaak genoemd in het begin.
De hoofdgedachte – Die wordt vaak aan het begin of aan het eind genoemd.
De verschillende deelonderwerpen.
De signaalwoorden – Zij helpen je om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
De functie van de beelden – Ze geven belangrijke informatie of trekken de aandacht.
Het doel van de programmamaker (informeren, amuseren, enz)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Wanneer jij deze uit het hoofd weet is het doel van het filmpje sneller duidelijk. 

Het is ook makkelijker, want zo herken je sneller het doel van de spreker. (Ook zeer belangrijk voor het onderdeel leesvaardigheid).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch kijken en luisteren
Je moet kritisch kijken en luisteren om na te gaan of de beelden en de informatie betrouwbaar zijn. 

Let op:
het soort programma: documentaire, reportage, realityprogramma
de gegeven informatie: is de informatie volledig en juist
de persoon die informatie geeft: is de persoon onpartijdig en deskundig?
het doel van de programmamaker: maakt hij reclame of wil hij informeren?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie selecteren
Concentreer je niet alleen op wat gezegd wordt, maar ook op de beelden.

Let op signalen van de sprekers, zoals: Ik zal een aantal voorbeelden noemen…Een nadeel is wel…

Luister goed naar woorden die met nadruk worden uitgesproken. Deze zijn vaak belangrijk.

Maak aantekeningen. Schrijf alleen de hoofdzaken op (steekwoorden).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken en luisteren 
naar instructies

In een instructie wordt uitgelegd hoe je iets moet doen. Een instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen die je in een vaste volgorde moet uitvoeren. 

Let op:

de inleiding: hier wordt het onderwerp genoemd
de signaalwoorden: deze geven de volgende stappen aan, zoals: de eerste stap, daarna en uiteindelijk
de werkwoorden: deze vertellen wat je moet doen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken en luisteren 
naar een interview of het onderdeel fictie
Informatie krijg je door te luisteren wat iemand zegt, maar ook door hoe iemand iets zegt.
- houding, gezichtsuitdrukking, intonatie (stemgebruik)
Let goed op: 
de interviewer: maakt hij oogcontact. laat hij merken dat hij luistert
de geïnterviewde: zit hij ontspannen, laat hij emoties zien, en ontwijkt hij vragen
het taalgebruik: letterlijk en figuurlijk

Slide 10 - Tekstslide

Vooral bij het onderdeel fictie belangrijk, waar je het gedrag van anderen moet interpreteren. Zoals: wat bedoelt Piet met de uitspraak 'Het zal de eerste niet zien'.
Je moet dan aan de hand van het verhaal en de lichaamstaal achterhalen wat de bedoeling van deze zin is.
Een video: kijken en luisteren (2)
In de volgende video vertelt een presentator over matchfixing.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij aantekeningen maken. Na de video gaan we jullie de aantekeningen bespreken.

Slide 11 - Tekstslide

Context creëren: Wat is matchfixing?

Slide 12 - Video

Is een combinatie tussen informeren en uitleg geven.
Het lijkt een beetje op het onderdeel 'instructie geven'. Dit onderdeel vonden jullie moeilijk, dus oefenen we de vaardigheden nog even.
Opdracht
Ga bij je groepje zitten en bespreek je aantekeningen met elkaar. Bekijk de aantekeningen van je klasgenoten en geef bij je eigen aan waarom jij dit belangrijk vond om op te schrijven.
Vul nu je aantekeningen aan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 1:



Groep 4:
Groep 2:



Groep 3:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van matchfixing?
A
Invloed hebben op de wedstrijd.
B
Geld verdienen aan de wedstrijd.
C
Gokkers verdienen grof geld en je profiteert er zelf ook van.
D
De wedstrijd saboteren.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 Welke sport noemt de presentator niet?
A
darten
B
hockey
C
voetbal

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 Wat gebeurt er bij matchfixing?
A
Iemand beïnvloedt het spel geheel of gedeeltelijk.
B
Er wordt voor gezorgd dat het spel aantrekkelijker wordt.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3 Waardoor ontstaat matchfixing?
A
Door mensen die graag gokken.
B
Door spelers die geen eerlijke wedstrijd willen spelen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 Gokken op een hattrick geeft niet veel zekerheid. Wat wel?
A
De eindstand van de wedstrijd.
B
Wie de eerste goal scoort.
C
Wie een gele kaart krijgt (slecht speelt).

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt Sophie met high risk, high reward?
A
Hoe meer risico, hoe groter je prijs.
B
Meer risico betekent sneller gepakt worden.
C
Er zijn veel risico's verbonden aan het matchfixing.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5 In wat voor wedstrijden wordt er meer gefixt?
A
Eredivisie, want daar verdien je meer mee.
B
Lagere divisies, want dat valt minder op.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel:
Na deze les kan ik tijdens het bekijken van een fragment, alle hoofdzaken in mijn aantekeningen noteren.
Na deze les kan ik met behulp van mijn klasgenoten mijn aantekening aanpassen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ik heb geleerd vandaag?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies