Werkwoordspelling totaal (herhaling)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

werkwoord-spelling

NEDERLANDS

DOEL

- je kunt de PV vinden

- je weet hoe de ik-

  vorm eruit ziet 

- je kunt de PV spellen in t.t. 

  en de v.t. 

- je kunt het volt. dw. spellen

- je kunt de gebiedende wijs 

  spellen

Werkwoordsvormen

De PV is altijd een werkwoord.

1. juist
2. onjuist

Persoonsvorm t.t.

 
De pv ziet er in de tegenwoordige tijd zo uit: 

enkelvoud ik-vorm                   ik loop, loop ik? loop jij?

enkelvoud ik-vorm + t             jij/u loopt, hij/zij/het loopt

meervoud:

hele werkwoord                  wij lopen, jullie lopen, zij 

                                                 lopen

Hij vind/ vint/ vindt dat leuk!

!

Hoe pak je het aan?

Hoor je dan een t aan het eind van loop of snap?

Hij snapt/ loopt

vervang vind in je hoofd door loop of snap

1

2

3

Als je geen T hoorde is vind ook zonder

Als je wel een T hoorde is vind ook met. Dus hij vindt

Ik (maken) een taart voor zijn verjaardag.

1. maak
2. maakt
3. maakdt
4. maken

(Landen) je morgenvroeg met het vliegtuig?

1. Landen
2. Landt
3. Land
4. Landde

Cas (worden) morgen 15.

1. word
2. wort
3. wordt
4. worden

(Braden) je moeder vanavond een kip in de oven?

1. Braadt
2. Braad
3. Braden
4. Braat

Persoonsvorm v.t.

sterke en zwakke ww

STERKE

werkwoorden

hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

REGELS verleden tijd

bij sterke werkwoorden

In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt

In het meervoud: schrijf op zoals het klinkt

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN

kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

ZWAKKE

werkwoorden

de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Persoonsvorm in de verleden tijd zwakke ww

EV

mv

ik -vorm + te / de

ik -vorm + ten / den

lachen - lach              

                                 de H staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten

                            

Staat de laatste letter van de stam in

't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Let op !

Het is nu belangrijk om eerst naar de stam  te kijken

1. hele werkwoord verhuizen -en  = stam : verhuizen
2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
3. dus de(n)
4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Mijn broer (kleden) zich gistermorgen heel langzaam aan.

1. kleed
2. kleedt
3. klede
4. kleedde

Hij (fietsen) naar huis.

1. fietstte
2. fietsde
3. fietste
4. fietsten

Toen hij het winnende doelpunt maakte, ........ het publiek

1. juigde
2. juichde
3. juigte
4. juichte

Toen de afspraak uitliep, ...... Flip de laatste trein

1. miste
2. mistte
3. misde
4. misdte

Hij (antwoorden) snel.

1. antwoorde
2. antwoordde
3. antwoordte
4. antwoortte

Voltooid deelwoord

Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.

Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.

Bijvoorbeeld: gedaan, veranderd, bezorgd

Het voltooid deelwoord is de vorm die je kunt zetten achter hij heeft …, hij is … of er wordt …

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...

1. ik-vorm
2. 't ex - kofschip
3. stam+t of d
4. ik-vorm+t

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen).

1. beschermd
2. beschermt
3. beschermdt
4. beschermde

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).

1. betaalt
2. betaald
3. betaaldt
4. betaalte

De overvaller heeft alles snel (bekennen).

1. bekendt
2. bekende
3. bekent
4. bekend

Spelling

Download de app: beterspellen.nl

Overzicht wwspelling

Ga naar de digitale leeromgeving -> 

bronnen ->

C werkwijzers ->

werkwijzer spelling

Opdracht 1

Bij welke werkwoordsvormen mag je 't Kofschip als hulpmiddel gebruiken? 

Sleep de juiste antwoorden naar het woord 'wel'.

Gebruikte afkortingen:

pv = persoonsvorm

tt = tegenwoordige tijd

vt = verleden tijd

volt dw = voltooid deelwoord

WEL

pv tt: 

ik-vorm

pv tt: 

ik-vorm+t

pv tt: hele werkwoord

pv vt: ik-vorm+te(n)

pv vt: ik-vorm+de(n)

pv vt: klank-verandering

volt. dw: d of t

volt dw: sterke ww

infinitief

ww als bijvoeglijk nw

Opdracht 12

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden.

Let goed op de tijd waarin de zinnen staan.

Klanten van Ziggo ... (kampen) vorige week met een storing.

Nederland ... (behoren) al jaren tot de tien beste vakantiebestemmingen.

De prijzen van de koopwoningen zijn in een jaar tijd fors ... (stijgen).

Ook Duitsland heeft volop ... (protesteren) tegen het milieubeleid.

... (Kneden) het deeg totdat alles gemengd is.

Tijdens de zomer van 2019 ... (vluchten) in Los Angeles veel mensen voor de felle natuurbrand.

Kim heeft afgelopen vrijdag heerlijk op een terrasje ... (lunchen) met Niek.

De jonge Siberische tijger had het bot helemaal ... (afkluiven).