Ma 26 sept Gebruik van een woordenboek

Woordenboek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenboek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt het alfabet opzeggen.
  2. Je weet welke informatie je kunt vinden in een woordenboek.
  3. Je kunt een woord in een woordenboek  opzoeken.
  4. Je kunt een werkwoord opzoeken in een woordenboek.
  5. Je kunt een online woordenboek gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek



Je kan moeilijke woorden opzoeken in een woordenboek.

Als je op je internet hebt, kun je altijd een online woordenboek gebruiken als je de spelling van een woord niet zeker weet.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek
Papieren of online woordenboek 
(bijv. www.vandale.nl)

Hoe gebruik je een papieren woordenboek?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen woordenboek
- grondwoorden opzoeken in het woordenboek
- woordvolgorde in het woordenboek weten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie vind je 
\in het woordenboek?

Woordenboek
1

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Betekenis zoeken van moeilijke woorden
Soms lees je in een tekst een moeilijk woord. Je kunt dan kijken of andere woorden in de tekst je iets vertellen over de betekenis van dat moeilijke woord. Dat kan zijn:
  • een omschrijving van het moeilijke woord,
  • een synoniem van het moeilijke woord, een woord dat hetzelfde betekent,
  • het tegenovergestelde van het moeilijke woord.
1

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Waar staan de woorden
in alfabetische volgorde?
A
konijn - kanarie - koek
B
kanarie - koek - konijn
C
kanarie - konijn - koek
D
koek - konijn - kanarie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de woorden op alfabetische volgorde?
A
appel - aap - anker
B
aap - anker - appel
C
anker - appel - aap
D
aap - appel - anker

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
tijdschrift, boek, krant
B
boek, krant ,tijdschrift
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
C A B
B
B C A
C
A B C
D
B A C

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
M L N
B
L M N
C
N M L
D
L N M

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
O P Q
B
P Q O
C
Q O P
D
P O Q

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
P D
B
D P

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
K P
B
P K

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat in alfabetische volgorde?
A
F R
B
R F

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Deze zomer gaan we naar een primitieve camping, want dat vinden we leuker dan kamperen op een luxe camping. 


2. Op onze camping zijn weinig faciliteiten.


3. Onze vakantie lijkt op een survival. We slapen buiten, maken ons eigen vuur en moeten vissen voor het avondmaal om te overleven. 

Hoe vind je de betekenis van het onderstreepte woord?
Zoek in de tekst naar de betekenis.
Zoek in het woordenboek.
Zoek naar een tegenstelling.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Er is geen elektriciteit en we gaan elke avond met de kippen op stok.


5. Sommige kampeerders gebruiken alleen natuurlijke materialen, zoals katoen, kurk, bamboe en leer. 

6. We kamperen exact drie weken op de camping, dat is precies de helft van onze vakantie.

7. Het enige nadeel is dat er geen wifi is, want mijn mobiel is onmisbaar.

Hoe vind je de betekenis van de onderstreepte woorden?
Zoek naar een voorbeeld.
Zoek in het woordenboek.
Zoek naar een synoniem.
Zoek naar een stuk van het woord dat je wel kent.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
controle

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
drogist

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
kameleon

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
xylofoon

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
uiteraard

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
moeiteloos

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofdstukken
paragraaf
betekenis
ontbreken
onderstreept
Dit boek heeft zes ...
We werken nu aan de ... 'Woorden'. 
Vandaag zijn Ibi en Dennis ziek. Er ... dus twee leerlingen.
Een woord met een streep eronder is een ... woord.
Je zoekt de ... van een woord op in het woordenboek.

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor di 27 sept
Maken opdr. 39,40 en 42

Blz. 38 de gele kaders

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies