Blok 3 - Grammatica - Les 4

Grammatica
Blok 3 - les 4

Log in bij de LessonUp.

Na vandaag weet je wat de bedrijvende vorm en de lijdende vorm van een zin is.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Blok 3 - les 4

Log in bij de LessonUp.

Na vandaag weet je wat de bedrijvende vorm en de lijdende vorm van een zin is.

Slide 1 - Tekstslide

Vormen van zinnen
1. De bakker kneedt het deeg.
2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.


Kijk even naar deze zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

1. De bakker kneedt het deeg.
2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

Wat valt je op?

Slide 3 - Open vraag

1. De bakker kneedt het deeg.

WWG?

Slide 4 - Open vraag

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

WWG?

Slide 5 - Open vraag

1. De bakker kneedt het deeg.

OW?

Slide 6 - Open vraag

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

OW?

Slide 7 - Open vraag

1. De bakker kneedt het deeg.

Zit er een lv in?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

1. De bakker kneedt het deeg. 

Ja.

Wie/wat + wwg + ow?

Wat kneedt de bakker? = het deeg.

Het deeg = lv.

Slide 9 - Tekstslide

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.

Zit er een lv in?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

2. Het deeg wordt door de bakker gekneed.
LV? Nee.

Wie/wat + wwg + ow?

Wie/wat wordt het deeg gekneed?

Geen antwoord = geen lv.

Slide 11 - Tekstslide

Vormen van zinnen 
Zinnen kunnen in twee vormen staan:

Bedrijvende vorm: het onderwerp doet iets.
De bakker bakt het deeg.

Lijdende vorm: er wordt iets met het onderwerp gedaan. 
Het deeg wordt door de bakker gekneed.

Bij de lijdende vorm is er nooit een lv.

Slide 12 - Tekstslide

Katie borstelt de hond.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 13 - Quizvraag

Mijn verjaardag wordt op een zondag gevierd.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 14 - Quizvraag

Hij wordt door de bewaker op zijn gezicht geslagen.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 15 - Quizvraag

Vormen van zinnen
De bedrijvende vorm - wel een lijdend voorwerp.
De man wast de auto.

De lijdende vorm - geen lijdend voorwerp.
De auto wordt door de man gewassen.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 10 en 11.
Bladzijde 142 en 143.

Foto maken als je klaar bent.

Slide 17 - Tekstslide