Alle dieren ademen zuurstof in --> er vindt verbranding plaats --> en ademen koolstofdioxide uit
Slide 6 - Tekstslide
Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).
Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik
Slide 7 - Tekstslide
Tracheeën
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
Deze openingen noemen we stigma's.
Slide 8 - Tekstslide
Gaswisseling: alle organismen doen aan gaswisseling
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Kieuwen
Slide 11 - Tekstslide
Kieuwen
Slide 12 - Tekstslide
Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen
Slide 13 - Tekstslide
De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigd in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig
Slide 14 - Tekstslide
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 15 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.