Hoofdstuk 6 onderdeel 3.8 t/m 4.3 zonder antwoorden
Hoofdstuk 6.
onderdeel 3.8 t/m 4.3
*Voorgeleiding
*Inbewaringstelling
*Voorgeleiding RC
*Toepassen van dwangmiddelen
ten aanzien persoonlijke integriteit.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6.
onderdeel 3.8 t/m 4.3
*Voorgeleiding
*Inbewaringstelling
*Voorgeleiding RC
*Toepassen van dwangmiddelen
ten aanzien persoonlijke integriteit.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is de verplichting van de opsporingsambtenaar nadat hij iemand heeft aangehouden als verdachte van een strafbaar feit? (ten spoedigste)
Slide 3 - Open vraag
Wat doet een Hovj tijden de voorgeleiding volgens art 53 en 56 A WvSV?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Video
Dit was een oud filmpje. Met oog op de huidige situatie is er 1 zaak veranderd. Welk recht heeft de verdachte vandaag de dag?
Slide 6 - Open vraag
Welke beslissingen kan de HOVJ nemen tijdens de voorgeleiding?
Slide 7 - Open vraag
De HOVJ moet na de voorgeleiding een PV van voorgeleiding opstellen. Hiernaast heeft de HOVJ nog een verplichting, welke?
A
De verdachte uitgebreid verhoren over het strafbare feit.
B
Alle goederen van de verdachte in beslag nemen en verbeurd verklaren
C
Zorg dragen dat de verdachte een mooi gevangenispak krijgt.
D
Indien het een niet-Nederlander betreft de betreffende ambassade in kennis stellen.
Slide 8 - Quizvraag
Omschrijf het begrip "ophouden voor onderzoek"
Slide 9 - Open vraag
Hoelang mag een verdachte worden opgehouden voor onderzoek?
Slide 10 - Open vraag
Kan de maximale duur voor het ophouden voor onderzoek verlengd worden bij feiten zonder VH?
A
Nee maximaal is maximaal
B
Ja dat kan bij elk strafbaar feit.
C
Kan verlengd worden als de identificatie van de VD niet is afgerond
D
Kan verlengd worden als de VD een extra straf verdient.
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn feiten waar voorlopige hechtenis op gesteld is?
Slide 12 - Open vraag
Omschrijf het begrip "VERHOOR van een verdachte"
Slide 13 - Open vraag
Wat moet bij aanvang van het verhoor duidelijk zijn bij de persoon die gehoord wordt?
A
Of hij als verdachte of getuige gehoord wordt
B
Hoe de persoon zijn koffie drinkt
C
Of hij/zij het strafbare feit gepleegd heeft of niet.
D
Hoeveel tijd ze nodig gaan hebben bij het verhoor.
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekend "CAUTIE"
A
Dat je recht hebt op rust tijdens het verhoor
B
De mededeling aan de verdachte dat hij tot antwoorden verplicht is
C
De mededeling aan de verdachte dat hij niet tot antwoorden verplicht is
D
Dat de getuige tijdens het verhoor geen verdachte kan zijn.
Slide 15 - Quizvraag
Welke rechten heeft een verdachte tijdens het verhoor?
Slide 16 - Open vraag
Welke rechten heeft de VD met betrekking tot rechtsbijstand?
Slide 17 - Open vraag
Omschrijf het begrip "Processtukken"
Slide 18 - Open vraag
Als 9 uur voor onderzoek bij een VH feit niet voldoende blijkt te zijn, Wat kan er dan?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de rol van een Rechter Commissaris (RC)
Slide 20 - Open vraag
Binnen welke tijd moet de verdachte bij de RC worden voorgeleid ?
A
Binnen 3 Dagen
B
Binnen 3 dagen en 10 uur
C
Binnen 2 dagen en 18 uur
D
Binnen 3 dagen en 18 uur
Slide 21 - Quizvraag
Omschrijf het begrip "Voorlopige hechtenis"
Slide 22 - Open vraag
De RC kan iemand in bewaring stellen. WAT IS INBEWARINGSTELLING?
A
Een vorm van voorlopige hechtenis van maximaal 90 dagen
B
Een vorm van voorlopige hechtenis van maximaal 30 dagen
C
Een vorm van voorlopige hechtenis van maximaal 14 dagen
D
Een vorm van voorlopige hechtenis van maximaal 10 dagen
Slide 23 - Quizvraag
Indien de verdachte vluchtgevaarlijk is of de waarheid moet nog meer onderzocht worden kan de verdachte nog langer vastgehouden worden dan 14 dagen door de rechtbank, hoe noem je dit?
A
Levenslang opsluiten.
B
Gevangenhouding of gevangenneming
C
TBS
D
voorlopige Hechtenis
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een dagvaarding en wanneer krijgt een verdachte deze uitgereikt?
Slide 25 - Open vraag
hoe lang is de maximale termijn voor de gevangenhouding of gevangenneming?
A
90 dagen
B
14 dagen
C
4 jaar of meer
D
120 dagen
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een Pro-Forma zitting?
Slide 27 - Open vraag
Om een voorwerp in beslag te kunnen nemen of om sporen veilig te stellen kan volgens art 56 WvSV 3 bevoegdheden gebruikt worden. Welke zijn dit?
Slide 28 - Open vraag
Om deze bevoegdheden te kunnen gebruiken zijn er een aantal voorwaarden waaraan moet voldaan, welke zijn dat?
Slide 29 - Open vraag
omschrijf het begrip "onderzoek aan de kleding" en wie mag dit?
Slide 30 - Open vraag
Is bij onderzoek aan de kleding ook het onderzoek in de meegevoerde goederen (tas, koffer, etc)inbegrepen?
Slide 31 - Open vraag
omschrijf het begrip "Onderzoek aan het lichaam "en wie mag dit doen?
Slide 32 - Open vraag
Omschrijf het begrip"Onderzoek in het lichaam" en wie mag dit doen?