In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welke onderdelen horen allemaal bij verteren?
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Voedingsmiddelen: alle producten die we eten en drinken
Kunnen plantaardig of dierlijk zijn
Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen
Het zijn de bruikbare bestanddelen.
Voedingsvezel: onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel… geen voedingsstof!
Slide 4 - Tekstslide
Gebit
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
een enzym:
bindt aan de voedingsstof
knipt de voedingsstof in stukken
laat los en kan opnieuw een zelfde voeidigsstof afbreken
Slide 7 - Tekstslide
ENZYMEN
Amylase = koolhydraatsplitsende enzymen
Protease = eiwitsplitsende enzymen
Lipase = vetsplitsende enzymen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Dunne darm:
In de dunne darm vindt resorptie van verteerde voedingsstoffen plaats. Ook worden er in de dunnedarm nog voedingsmiddelen verteerd door de spijsverteringssappen van de dunnedarm. De volgende voedingsstoffen worden in de dunnendarm verteerd door het darmsap.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
In de mond begint de vertering?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus
Slide 17 - Sleepvraag
Wat betekent darmperistaltiek?
A
vertering van voedsel in darm
B
vertering
C
Samenknijpen van de darm
D
kramp in maag
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
ze zorgen voor oppervlakte vergroting
B
ze zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
ze helpen bij vertering van vet
D
Ze zorgen voor een de dunne darm
Slide 19 - Quizvraag
Organen voor alle vertering
Slide 20 - Woordweb
2. Waarom is kauwen geen vertering?
Slide 21 - Open vraag
In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Een zuurder 'smaakje' toevoegen aan voedsel
Slide 23 - Quizvraag
Door het toevoegen van verteringssappen met enzymen is snellere vertering van voedsel mogelijk.