1P fictieles Airtime

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

GOEIEMORGE!!!

1p

* fictie

* toets nog niet terug ...

* beetje woordsoorten (grammatica)

LESBOEK - blz. 170

Begrippen bij fictie

realistisch = de personen in het verhaal maken dingen mee die 

                           in het echt ook kunnen gebeuren

inleven       = je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn 

                          of hoe iemand anders zich voelt

genre         = soort verhaal, voorbeeld van genre: misdaad, liefde, 

                         spanning, sience fiction

blz. 170 Air time (Marc van Velzen)

samen lezen

Wat weten we van
Sebastiaan?

Wat weten we van
Jort?

Welke namen lees je nog meer?

Is het verhaal realistisch?

1. ja
2. een beetje
3. nee
4. weet ik niet

Schrijf op: Ik vind het realistisch/niet realistisch, omdat ..... Leg je antwoord (dus) uit.

Met wie zou jij vrienden willen zijn?

1. Jort
2. Sebastiaan
3. Wally
4. geen van deze drie

Wat verbaast je in wat we hebben gelezen? Waarvan denk je : zou dat in het echt zo gaan?

In wie kan jij je het beste inleven?
(geen goed of fout)

1. Sebastiaan
2. Jort
3. Wally
4. Doris

Wat zou jij doen als je Sebastiaan was?
(en je werd uitgedaagd om een tattoo te zetten)

Wat denken jullie dat er gaat gebeuren?

verder lezen : blz. 172 e.v.

Welk genre vind jij leuk?

avontuur

familie

geschiedenis

griezel

humor

liefde

school

spanning

sport

Bij welk genre horen 'De vreselijke twee' en 'Air time'?

1. avontuur
2. school
3. liefde
4. spanning

Welke tekst vind jij het meest realistisch?

1. Air time
2. De vreselijke twee
3. beiden even realistisch
4. beide even onrealistisch

einde fictie voor vandaag

---------------------------------------------------------------

Zelf aan de slag met woordsoorten

H2 - Taalverzorging grammatica 

Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Startopdracht samen - 

kijk theoriefilmpje - maak opdracht 1, 2 en 3