PO - Kappen nou!

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsBurgerschap+3BasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Deze lesbrief is speciaal ontwikkeld voor de Week tegen Pesten 2018. Hiermee kun jij als leerkracht samen met de leerlingen reflecteren op het onderwerp pesten, de bijbehorende rollen en hen antwoord laten vinden op de vraag: “Wat kan ík doen om pesten aan te pakken?” Deze les is in samenwerking met KRO-NCRV tot stand gekomen. In de Week tegen Pesten (17-21 september 2018) zenden zij de gelijknamige transmediale serie ‘Kappen nou!’ uit op NPO ZAPP en loopt gelijktijdig de bijbehorende Instagram-story. Jongeren komen zo via verschillende kanalen in aanraking met het onderwerp pesten. De les is zowel ondersteunend aan de serie, als los ervan te gebruiken. Als docent hoef je de serie dus niet per sé gezien te hebben; hetzelfde geldt voor de leerlingen! Mocht je de tv-serie wél kijken: in de bijlage staan reflectievragen per aflevering om in de klas te behandelen. Gebruik voor deze opdracht de werkbladen (zie bijlagen). Print deze uit op A3-formaat. Er zijn vier verschillende werkbladen. * Lees voor meer achtergrondinformatie bijgevoegde artikelen (zie bijlage) van onze samenwerkingspartner RijksUniversiteit Groningen.

Instructies

Gebruik voor deze opdracht de werkbladen (zie bijlagen).
Print deze uit op A3-formaat
Er zijn vier verschillende werkbladen. 

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Vertel aan je leerlingen:
Op school wordt vaak gezegd dat pesten niet mag. “Dat hoort niet!” Maar wist je dat het uittesten van elkaar, echt ín ons zit? Dat iedereen het wel eens doet en het er dus ook bij hoort? Het is een groepsproces: overal waar groepen samen zijn gebeurt het. Zelfs dieren, zoals mensapen, plagen en pesten! Zo simpel als “niet doen, dat hoort niet!” is het dus (helaas) niet. Pesten is er altijd geweest en het zal er altijd zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk het filmpje.

Reflecteer met de leerlingen op het fragment. Wat hebben jullie gezien? Wat gebeurde er? Is dit plagen of pesten? Werd het baby-aapje verdedigd? Kwam het aapje voor zichzelf op? Wat voor effect had dat? Etc.
Toch is er een belangrijk verschil tussen mensen en dieren. Bij mensen kan plagen uit de hand lopen, dan wordt het pesten. Dit gebeurt bij dieren vaak niet/nauwelijks.
Dieren stoppen bij een bepaalde 'plaag-grens', doen ze dit niet dan grijpt de leider de van de groep in.
Wij leven niet in groepen met één leider. Bij mensen kan iedereen opstaan en iets doen tegen pesten.
Om te weten wat je kunt doen, is het belangrijk te snappen wat er gebeurt bij pesten.

Slide 4 - Tekstslide

Vertel aan je leerlingen:
Met elkaar spelen vindt iedereen leuk, elkaars grenzen opzoeken hoort erbij en als het plagen wordt, wordt het (meestal) ook nog geaccepteerd. Wanneer wordt het pesten en wat is dan het verschil tussen plagen en pesten? Wat denken jullie? (Schrijf eventueel mee op het digibord)

TIP: mocht de brainstorm moeilijk op gang komen kun je zelf wat situaties schetsen en vragen of zij het plagen of pesten vinden. En waarom dan?

De strekking van de brainstorm kan heel divers zijn. Benadruk als leerkracht dat de belangrijkste elementen van plagen zijn: het is onschuldig, niemand wordt kwaad gedaan, niemand vindt het echt erg. Voorbeeldelementen bij pesten: het is negatief, kwetsend, stelselmatig, doelgericht en er is vaak ook een machtsverschil. Dit kunnen leerlingen uiteraard in hun eigen woorden benoemen.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk het fragment en vraag aan je leerlingen:
Als er gepest wordt, wie zijn er dan allemaal bij betrokken, wie hebben er mee te maken? Welke rollen zijn er bij pesten? Welke rollen heb je in het fragment gezien? Roep maar! In dit fragment zijn ze toevallig met zijn drieën, maar is dit altijd zo? Nee? Wie zijn er bij pesten (in de klas, op school, in de groepsapp) vaak bij? En wat doen zij?

Schrijf op het digibord mee, cluster de antwoorden en vul eventueel aan zodat jullie (in eigen woorden) uitkomen op:
  • Pester 
  • Gepeste 
  • Meeloper pesten 
  • Toekijkers/omstanders
* Het kan zijn dat de leerkracht of ouders apart genoemd worden. Leg uit dat zij omstanders zijn, die wel of niet ingrijpen
** Het kan zijn dat de verdedigers van de gepeste al genoemd worden. Hier is soms (gelukkig!) sprake van, maar deze rol bespreken we niet in de volgende opdracht. Pestgedrag kan namelijk zonder deze rol ook plaatsvinden. Daarnaast vormen zij juist een deel van de oplossing; waar in de volgende oefening op in gegaan wordt!

Slide 6 - Tekstslide

Vertel aan je leerlingen:
Iedereen weet dat pesten vervelend is. Toch gebeurt het en zijn er: mensen die pesten, mensen die meelopen, mensen die toekijken en mensen die gepest worden. Waarom? Daar gaan we mee aan de slag.
 

Slide 7 - Tekstslide

Maak viertallen in de klas. (Bij ongelijke aantallen kun je beter een aantal drietallen maken en meerdere werkbladen printen).

Ieder groepje krijgt een werkblad met daarop een vraag en opdracht over één van de rollen.

* Het kan dus zijn dat verschillende groepjes met dezelfde rol aan de slag gaan: dit betekent meer input op eenzelfde rol!

Vragen op de werkbladen:
  • Groepje pester: Waarom zou iemand een ander pesten?
  • Groepje gepeste: Waarom zou iemand worden gepest?
  • Groepje meeloper: Waarom zou iemand met een pester meelopen?
  • Groepje omstander/toekijkers: Waarom zou niemand iets zeggen als ze pestgedrag zien?

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit:
Iedere leerling schrijft in zijn eigen start-vakje zoveel mogelijk ideeën en antwoorden op de vraag die in het midden van het blad staat. Zonder overleggen dus!

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit:
Binnen ieder groepje bespreken de viertallen met elkaar alle ideeën en antwoorden. Zijn er dingen hetzelfde? Wat verschilt? Wat hadden ze niet verwacht?


Slide 10 - Tekstslide

Leg uit: 
In de viertallen wordt bij dit antwoord een oplossing bedacht: wat zou deze persoon -of groep- kunnen of moeten doen om pestgedrag aan te pakken? Wat zou er moeten gebeuren om een verandering te brengen? Wat zou goed helpen bij deze rol? Hoe zou iemand uit zijn huidige rol stappen en in de rol van verdediger stappen? Noteer dit in het ‘eind-vak’.

Vervolgens wordt per groepje van alle ideeën één antwoord gekozen dat zij het beste antwoord op de vraag vinden. Dit kan uiteraard ook een samengesteld antwoord zijn. Ze schrijven dit antwoord in het ‘middenvak’ van het blad.

Slide 11 - Tekstslide

Klassikaal:
Teken vier vlakken op het digibord, voor de vier rollen. Haal de uitkomsten per rol op (dit kunnen meerdere groepjes per rol zijn). Bespreek de uitkomst van de groepjes kort klassikaal. Wat hebben jullie opgeschreven in het midden- en eindvak?
Verzamel de output van de groepjes op het bord.

Slide 12 - Tekstslide

Tot slot: zoals eerder genoemd kan deze les ondersteunend aan de gelijknamige transmediale serie van KRO NCRV worden gedaan. Indien gewenst kun je je leerlingen wijzen op de serie, deze klassikaal bekijken of zelf de serie en Insta-story op NPO-Zapp checken!

Mocht je de tv-serie wél kijken: in de bijlage staan reflectievragen per aflevering om in de klas te behandelen.