Aan het einde van deze paragraaf:
* kun je uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom voor toegevoegde waarde zorgt.
* weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het producten.
* weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen.
* kun je uitleggen wat de kosten van kapitaalgoederen zijn.