Spelling H4: Tussenletters in samenstellingen

Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je chromebook, schrift, leesboek en boek Nederlands.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je chromebook, schrift, leesboek en boek Nederlands.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Je kunt samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen.
Hoe bereiken we dit leerdoel?
  1. Lezen in je leesboek
  2. Nakijken huiswerk + startopdracht
  3. Uitleg: samenstellingen
  4. Oefenen
  5. Huiswerk volgende les: 1 t/m 4 op blz. 130-131

Slide 2 - Tekstslide

Lezen 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Na de 6 min moet het volgende gebeurd zijn:
1. Huiswerk controle gehad.
2. Huiswerk nagekeken.
3. Startopdracht gemaakt.
timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
A                                                                  B
badkamerdeur                                      bananenschil
lakenset                                                    lammerenwol
horlogemaker                                        tandenborstel
autobus                                                     moederskindje

Wat opvalt is dat er tussenletters zijn toegevoegd.

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletters bij samenstellingen
Bij samenstellingen moet je soms een -s of - (e)n toevoegen.
Zo bepaald je of je een -s moet toevoegen:
  • Hoor je de -s in een samenstelling, dan schrijf je die ook: meningsverschil
  • Soms begint het 2e deel van een samenstelling met een s-klank. Vervang het tweede woord door een woord dat niet met de -s begint. Dan weet je of je twee keer de -s moet schrijven.
Voorbeeld: bruid+sluier --> bruid+jurk = bruidsjurk, dus bruidssluier.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer een -e of -n
- en voeg je toe als het meervoud van het eerste deel ook op -en eindigt: paardenbloem

Je schrijft een -e in de volgende gevallen:
  •  Het eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap
  • Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar 1 is: maneschijn, zonnesteek.
  • Het eerste deel heeft ook een meervoud op -s: Secondewijzer (seconden/secondes
  • Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord (werkwoord of bijvoeglijknaamwoord)
Knarsetanden, armelui
  • Het eerste deel is een versterkt bijvoeglijk naamwoord: Reuzefijn.

Slide 7 - Tekstslide

Maak de juiste samenstelling:
onweer+bui =

Slide 8 - Open vraag

Maak de juiste samenstelling:
beer+goed =

Slide 9 - Open vraag

Maak de juiste samenstelling: passagier + schip =

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag
Maken: Opdracht 1 t/m 4 in je schrift

Slide 11 - Tekstslide