Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen.
Als je moet delen, dan kun je dus aan een keersom denken.
Hans heeft 10 boterhammen. Voor een tosti heeft hij 2 boterhammen nodig.
Hoeveel tosti's kan Hans maken?
De deelsom is 10 : 2 = ...
de omgekeerde keersom is .. x 2 = 10