Les 5.3

 Today
  • Kahoot about irregular verbs




         
    • Explain grammar: 
           - present simple vs. present continuous
           - past simple vs past continuous



           
      • Quizizz about grammar





             
        • Work on grammar exercises





               
          1 / 17
          volgende
          Slide 1: Tekstslide
          EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

          In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

          time-iconLesduur is: 45 min

          Onderdelen in deze les

           Today
          • Kahoot about irregular verbs




                 
            • Explain grammar: 
                   - present simple vs. present continuous
                   - past simple vs past continuous



                   
              • Quizizz about grammar





                     
                • Work on grammar exercises





                       

                  Slide 1 - Tekstslide

                             Kahoot
                  Irregular verbs


                  Slide 2 - Tekstslide

                  Please take your notebook in front of you!

                  Slide 3 - Tekstslide

                  Present simple 
                  vs.
                  Present continuous

                  Slide 4 - Tekstslide

                  Present simple 
                  Vorm:

                  1. Hele werkwoord
                  2. SHIT-rule (+s bij he/she/it)

                  Gebruik:
                  1.  feiten
                  2. gewoonten, regelmatige gebeurtenissen

                  I always go to school by bike.
                  My friend speaks four languages.

                  Slide 5 - Tekstslide

                  Present simple 
                  Signaalwoorden:

                  always
                  often
                  ever
                  sometimes
                  every day
                  never
                  usually
                  every week

                  Slide 6 - Tekstslide

                  Present continuos
                  Vorm:

                  am/are/is + werkwoord + -ing
                  (He is walking)
                  Gebruik:
                  1. Iets is nu aan de gang

                  She is playing the piano at the moment.

                  Look! Someone is trying to break into your car.

                  Slide 7 - Tekstslide

                  Present continuous
                  Gebruik:
                  2. Om irritatie aan te geven

                  You are constantly interrupting me, it's so annoying!

                  am getting tired of you always coming late to class.

                  Slide 8 - Tekstslide

                  Present continuous
                  Signaalwoorden:

                  now
                  at the moment
                  as we speak
                  look!/listen!
                  right now
                  currently
                  at present
                  shut up!

                  Slide 9 - Tekstslide

                  Past simple 
                  vs.
                  Past continuous

                  Slide 10 - Tekstslide

                  Past simple 
                  Vorm:

                  1. Werkwoord + -ed
                  2. Onregelmatig werkwoord (2e uit het rijtje)

                  Gebruik:
                  Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen
                  Columbus discovered America in 1492.

                  Slide 11 - Tekstslide

                  Past simple 
                  Signaalwoorden:

                  yesterday
                  in .... (jaartal)
                  the other day/week
                  this morning
                  on .... (dag)
                  ago
                  last
                  earlier

                  Slide 12 - Tekstslide

                  Past continuos
                  Vorm:

                  was/were + werkwoord + -ing
                  (She was talking)
                  Gebruik:
                  Iets was in het veleden een tijdje aan de gang en is nu afgelopen

                  Julia was doing her homework yesterday morning.

                  They were talking to the teacher.

                  Slide 13 - Tekstslide

                  Past continuous
                  Gebruik samen in de zin:
                  om aan te geven dat iets gebeurde (onderbreking: past simple) terwijl er al iets anders aan de gang was (past continuous)

                  She saw him when se was running laps.
                  You called me while I was having a bath.
                  I was waiting for my friends when it started to snow.

                  Slide 14 - Tekstslide

                  Past continuous
                  Signaalwoorden:

                  when
                  while
                  as long as

                  Slide 15 - Tekstslide

                             Quizizz
                  present simple vs. present continuous, past simple vs. past continuous

                  Slide 16 - Tekstslide

                  Work on homework
                  Done?

                  • Extra grammar practice online
                  • Study irregular verbs
                  • Work on a different subject
                  • Read a book




                    Do: Present simple & present continuous (page 25-28)
                             Past simple & past continuous (page 28-29)

                    Slide 17 - Tekstslide