Verkoopfacturen en uitgaande creditnota


            VERKOOPFACTUUR                       HANDELSGOEDEREN
                            EN 
      UITGAANDE CREDITNOTA 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


            VERKOOPFACTUUR                       HANDELSGOEDEREN
                            EN 
      UITGAANDE CREDITNOTA 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij de verkoopfactuur?
A
Vordering op de klant stijgt
B
Schuld aan de leverancier stijgt
C
Vordering op de klant daalt
D
Schuld aan de leverancier daalt

Slide 2 - Quizvraag

Een vordering op een klant boek je op de rekening:
A
44000 Leveranciers
B
40000 Handelsdebiteuren
C
70400 Verkopen handelsgoederen
D
60400 Aankopen handelsgoederen

Slide 3 - Quizvraag

Een verkoop is een bedrijfsopbrengst die ...

Slide 4 - Open vraag

De BTW op een verkoopfactuur is...
A
Aftrekbare BTW
B
Aftrekbare BTW op inkomende creditnota
C
Verschuldigde BTW op uitgaande creditnota
D
Verschuldigde BTW

Slide 5 - Quizvraag

AANKOOPFACTUUR
VERKOOPFACTUUR
VERSCHULDIGDE BTW
LEVERANCIERS
HANDELSDEBITEUREN
AFTREKBARE BTW
BEDRIJFSKOST
BEDRIJFSOPBRENGST

Slide 6 - Sleepvraag

Wat gebeurt er bij een uitgaande creditnota?
A
Vordering op klant stijgt
B
Vordering op klant daalt
C
Schuld aan leverancier stijgt
D
Schuld aan leverancier daalt

Slide 7 - Quizvraag


            
          AANKOOPFACTUUR                          HANDELSGOEDEREN
                          

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een aankoop?
A
Een bedrijfsopbrengst die daalt
B
Een bedrijfsopbrengst die stijgt
C
Een bedrijfskost die daalt
D
Een bedrijfskost die stijgt

Slide 9 - Quizvraag

Bij een aankoop heb je te maken met ...
A
Verschuldigde BTW
B
Aftrekbare BTW
C
Altijd 21% BTW
D
Altijd 6% BTW

Slide 10 - Quizvraag