Nog een keer op zoek naar het monster van Loch Ness.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Week 35
Nog een keer op zoek naar het monster van Loch Ness.
Slide 1 - Tekstslide
Benodigheden voor de les.
- Een pen of potlood. - Een iPad.
- Een invulformulier (krijg je van de docent).
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al van het onderwerp?
Slide 3 - Open vraag
We bekijken de video over het onderwerp van deze week.
Slide 4 - Tekstslide
school.nieuwsbegrip.nl
Slide 5 - Link
Wij werken in deze groepjes
Slide 6 - Tekstslide
Ga op de volgende plaats zitten
S
Slide 7 - Tekstslide
Het doel van deze les:
- De leerlingen weten hoe ze een tekst actief kunnen lezen. - De leerlingen weten hoe ze achter een betekenis kunnen komen van moeilijke / onbekende woorden.
- De leerlingen weten waarom het monster van Loch Ness een groot raadsel is.
Slide 8 - Tekstslide
Lees de tekst in je groepje
- Onderstreep de belangrijke dingen uit de tekst.
-AA leest samen met de docent.
Slide 9 - Tekstslide
Belangrijke woorden deze week AA
bestaan
de zoektocht
troebel
de toerist
lang geleden
begraven
waarschijnlijk
Slide 10 - Tekstslide
Belangrijke woorden deze week A
beweren
het bewijs
langwerpig
troebel
opduiken
waarschijnlijk
volgens
helaas
afgelopen
aan de slag gaan
Slide 11 - Tekstslide
Belangrijke woorden deze week B
de vrijwilliger
liefkozend
ontkrachten
de legende
uitzonderlijk
de conclusie
de waarneming
toegeven
definitief
naar aanleiding van
Slide 12 - Tekstslide
Niemand weet of het monster van Loch Ness echt bestaat. Het is niet zeker of het monster echt is.
Wat betekent bestaan?
A
zoeken
B
er zijn
C
staan
Slide 13 - Quizvraag
Dit weekend was er weer een grote zoektocht naar het monster van Loch Ness. Er is niets gevonden.
Wat betekent de zoektocht?
A
een soort reis die je maakt om iets of iemand te zoeken
B
een vakantie waarbij je heel veel dingen van een land ziet
C
een reis met de boot die je maakt om naar de overkant te komen
Slide 14 - Quizvraag
Het water van Loch Ness is troebel. Je kunt de bodem niet zien.
Wat betekent troebel?
A
waar je niet doorheen kunt kijken
B
waar je makkelijk doorheen kunt kijken
C
waarin je niet kunt zwemmen
Slide 15 - Quizvraag
Elk jaar komen er veel toeristen naar het meer. Die hopen in hun vakantie Nessie te zien.
Wat betekent de toerist?
A
iemand die graag met andere mensen samen is
B
iemand die reist omdat hij of zij het leuk vindt
C
iemand die veel over zijn eigen stad kan vertellen
Slide 16 - Quizvraag
Lang geleden liep er een priester bij het meer. Dat was heel veel jaren terug.
Wat betekent lang geleden?
A
ver terug in de tijd
B
lang vooruit in de tijd
C
lang vanaf nu
Slide 17 - Quizvraag
Bij het meer werd een man begraven. Hij ligt nu bij het meer onder de grond.
Wat betekent begraven?
A
zorgen dat iets of iemand er niet meer door kan
B
iemand die dood is in een kist onder de aarde stoppen
C
spullen van vroeger uit de grond halen door te graven
Slide 18 - Quizvraag
In de zomer zijn er in Zeeland veel toeristen. Wie is ook een toerist?
A
Sami. Hij fietst door Rotterdam en woont daar al jaren.
B
Femke. Zij is op vakantie in Parijs.
C
Mehmet. Hij gaat vaak naar zijn oma. Zij woont in een ander dorp.
Slide 19 - Quizvraag
We gaan in de herfst waarschijnlijk naar Spanje op vakantie.
Welke zin past hier bij?
A
We gaan echt niet naar Spanje.
B
We gaan heel misschien naar Spanje.
C
Het is bijna zeker dat we naar Spanje gaan.
Slide 20 - Quizvraag
Het is lang geleden dat mijn opa en oma zijn getrouwd.
Welk woord past hierbij?
A
straks
B
vroeger
C
veel later
Slide 21 - Quizvraag
ver terug in de tijd
bijna zeker
waar je niet doorheen kunt kijken
lang geleden
troebel
waarschijnlijk
Slide 22 - Sleepvraag
Wat betekent "drones"?
A
Robot
B
Vliegtuig
C
Op afstand een kleine vliegtuig besturen
D
Met een hengel een kleine vliegtuig besturen
Slide 23 - Quizvraag
Mindmap
Slide 24 - Tekstslide
Zelf een mindmap maken
- Vul het onderwerp in (Monster van Loch Ness).
- Ze op de lijnen (kleuren) de namen van de kopjes.
- Vul daarachter in welke belangrijke dingen erbij horen.